vrijdag 03 augustus 2018
Cabaretsite Zwarte Kat maakt me erop attent: vandaag is het de honderdste geboortedag van Nol van Wesel. Daar wil ik niet zomaar aan voorbijgaan.
Net als zijn twee jaar oudere, eveneens in Amsterdam wonende achterneef Max Kannewasser werkt Nol van Wesel op de calculatieafdeling van de Bijenkorf. Sinds 1934 vormen zij, samen met twee collega’s, het kwartet The Bijko Rhythm Stompers, dat veel succes heeft op de Bijenkorf-bedrijfsfeesten. Zo zeer zelfs dat zij tweeën in 1936 besluiten hun baan op te zeggen en als zangduo verder te gaan.
Hun grote voorbeeld: het Amerikaanse duo Sim & Slam, dat voornamelijk jazz-repertoire op zijn repertoire heeft staan. Hun hit Flat Foot Floogie wordt ook een groot succes in Nederland in de uitvoering van Johnny (Nol) & Jones (Max), zoals zij zich zijn gaan noemen. Ook Johnny & Jones vertolken Amerikaanse jazz, maar dan op (met Amerikaans accent uitgesproken) eigen Nederlandse teksten. Met Mijnheer Dinges weet niet wat swing is zijn zij de eerste tieneridolen van ons land. Het duo treedt vanaf 1938 veelvuldig op voor de VARA-radio en is razend populair. Maar… zij zijn Joods dus en het is eind jaren dertig…
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog mogen Johnny & Jones alleen nog voor joods publiek optreden. Als Johnny und Jones dus, waarmee de satire van het toepassen van dat Amerikaanse accent op Nederlandse teksten ook weg is. Nou ja, alle satire is op dat moment uit de wereld. Eind 1941 krijgen zij, zoals alle Joodse artiesten, een definitief optreedverbod. Twee jaar later, oktober 1943, worden zij, samen met hun echtgenotes, opgepakt en overgebracht naar Kamp Westerbork. Daar worden ze te werk gesteld.
Bekend is dat zij een professioneel duo zijn en zij mogen het doorgangskamp zelfs tijdelijk verlaten om een platenopname te maken in Amsterdam: zes liedjes, waaronder de Westerboek-Serenade. Iedereen om hen heen adviseert niet terug te gaan naar Westerbork en onder te duiken, maar… hun echtgenotes in de steek laten… Kannewasser en Van Wesel zijn weliswaar calculators van beroep, maar da’s het hoofd… Als het hart erbij komt kijken, denk je wel anders.
Ze gaan terug naar Westerbork en worden september 1944 gedeporteerd. Via de kampen Theresienstadt, Auschwitz, Sachsenhausen en Ohrdruf komen zij maart 1945 in Bergen-Belsen aan.
Zij sterven er door uitputting, nota bene in de laatste oorlogsmaanden, beiden door uitputting. Max, 28 jaar, wrang genoeg op 15 april, de dag dat Bergen-Belsen bevrijd wordt. Nol, 26 jaar, bezweek al eerder, op 20 maart.
Vandaag kunnen we hen gedenken. Niet het feit dat ze onder erbarmelijke omstandigheden zijn gestorven, maar dat Nol en Max zijn geboren, elkaar vonden, hebben bestaan.
In Gedicht Gedacht de tweede teksten (met opnamen) van de liedjes die hierboven zijn genoemd: Meneer Dinges weet niet wat swing is en de Westerbork-serenade.
Zie hier: een mini-documentaire van Tom Elemans (afstudeerproject Filmacademie Breda, 2010)