zondag 06 april 2025
Pavane
Canon, sonate, koraal, je bouwt
van geluid een vertrouwde woning;
de sarabande je hartslag, je adem.
De pavane past als je huid, het requiem
vormt een harmonisch tapijt. Geen huis
hechter, geen steviger bouwsel van tijd.
Ook zij had met muziek haar wanden
behangen. Werd ze op straat, tussen
herrie en stank, door liedjes gewiegd?
Pergolesi en Prince. Op de zachte
matras van stenen verging ze,
veilig en warm, in een kooi van klank.
2013
In 2013 is het thema van de Poëzieweek Muziek en Anna Enquist (pseudoniem van Christa Broer, 1945) schrijft het jaarlijkse gedichtencadeau van de Stichting CPNB (Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek).


Broer studeert klinische psychologie in Leiden, maar daarna ook piano en cello aan het Haags Conservatorium. Haar muzikale loopbaan wijkt voor haar werk als psychoanalytica en schrijfster (ook van romans en essays), maar de muziek is altijd een grote rol blijven spelen in haar boeken en in haar leven. Zo is haar man (de Zweed Bengt Widlund) cellist van beroep en zelf treedt zij op met pianist Ivo Janssen in literair-muzikale voorstellingen. En zij speelde heel veel samen met haar dochter Margit. Ja, nu kan ik niet langer om de verleden tijd heen: zij speelde...
In de zomer van 2001 slaat het noodlot toe als Margit, 27 jaar, op de Dam in Amsterdam om het leven komt bij een verkeersongeluk. Zij fietst rechtdoor en een rechtsafdraaiende vrachtwagen ziet haar over het hoofd. (Mede dankzij oproepen van Broer is daarna de dodehoekspiegel verplicht gesteld.)
In bovenstaand weekgedicht, waaraan de bundel de titel ontleent, komen hun gezamenlijke liefde voor de muziek en de ramp van haar leven indrukwekkend samen. Met de muziek die beiden zoveel houvast geeft – ook zij had met muziek haar wanden behangen – bouwt de dichteres een kooi van klank voor haar stervende dochter. Als troostende gedachte voor de moeder dat die kooi de herrie en stank op straat verdrong, zodat haar kind veilig en warm stierf op straat; nu geen harde klinkers, maar de zachte matras van stenen.
De werkelijkheid kun je naar je hand zetten met muziek en met poëzie. Anna Enquist moest wel, want met de realiteit zelf valt voor Christa Broer sindsdien geen dag te leven, zo verwoordt zij in diezelfde bundel. Hoed je, verzet je, sta op, weiger… En zal het keer op keer niet baten, kies dan voor de vlucht in je vingers. Neem dan plaats aan de vleugel, ga noten vertalen…
Goede raad
Hoed je voor de herhaling, de kwaadaardige
dageraad, het opdoemen van dreigende
maaltijden op de eettafel, verzet je
tegen de film van haar einde zodra je ligt,
elke nacht weer - sta op, weiger. Keer
op keer zal het niet baten. Neem dan plaats
aan de vleugel en vlucht in je vingers. Ga
noten vertalen, beperk je tot het bescheiden
hernemen van hooguit twee maten.
Gaandeweg vreet de frase je op. Je glipt
door de spijlen van klank die je opricht,
geduldig, heilzaam de noten herhalend.
De kooi is gebouwd tot een kooi van klank om te sterven. En nu, in de muziek: je glipt door de spijlen van klank die je opricht om voort te leven.

Geen dichteres heeft, al vanaf haar debuut Soldatenliederen (1991), zo indringend geschreven over het elkaar noodgedwongen moeten loslaten van dochters en moeders: van buik tot borst, van speen tot tafel, van thuis tot school, van puber tot studie, van terloops tot blijvend lief, van kamer tot huis, van – nee, nog niet van de omgekeerde rollen, waarin de dochter de moeder los moet laten met haar ouderdomsgebreken. Zover is het niet kunnen komen: het is bij het loslaten door de moeder van de dochter gebleven, want opeens stond daar de dood…

Januari 2025 - verscheen Een kooi van klank opnieuw, nu met cd. Composities van Martijn Padding bij de door Anna Enquist voorgedragen gedichten. En een compositie die Padding schreef voor fluit - hier uitgevoerd door Thies Roorda - inspireerde Enquist tot het schrijven en declameren van vier nieuwe gedichten en die verschijnen in deze uitgave voor het eerst in druk.
Arcadië
Nu opent zich de liefste vallei, lokt
een zoete fluit je naar grazige weiden,
kan je ademen, uitademen eindelijk -
word je te graag getroost, bedwelmd
door zijn lied en daar lig je, in rust,
zie je zijn glimmende hoeven, gespleten.
Als je weer bijkomt was er een schreeuw,
een ontzetting - trilde de aarde en was
je slaap doordesemd met onheil, bedrog -
ver weg nog zijn heerlijke klank, denk
eens na, schud je hoofd, doe je best -
maar je staat al, bent alles vergeten.
2024
Martijn Padding maakte muziek bij de tien gedichten van Anna Enquists Een kooi van klank. En Anna Enquist schreef vier nieuwe gedichten bij Paddings compositie One Flute, uitgevoerd door Thies Roorda. Arcadië is het eerste gedicht. Toen dochter Margit verongelukte, was er een schreeuw, een ontzetting – trilde de aarde en was je slaap doordesemd met onheil, bedrog. Dat was in 2001, nog bijna 25 jaar verwijderd van – nee, niet langer de trillende aarde, maar Arcadië. Alleen dieren met hoeven, gespleten trotseren het onbegaanbare terrein naar het utopische land, waar de natuur ongerept is en de zomer eeuwig. In dit Paradijs aangekomen – waar zij kan ademen, uitademen eindelijk – hoort zij de zoete fluit: zijn heerlijke klank, dus denk eens na, schud je hoofd, doe je best. De dichter troost zich met de gedachte dat ze alleen zichzelf moed hoeft in te spreken en niet haar overleden dochter, want je staat al, bent alles vergeten.