Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z),
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 40 - 532-534. Drs. P: Vaak... [2/2]

woensdag 09 oktober 2024

Vaak word ik weergegeven in reclame
Waarbij men mij gewoonlijk niet herkent
Je hebt – dat is dan wel ’t onaangename
Veel tekenaars (ik noem ze niet bij name)
Die meer bevlogen zijn dan competent

2024

 

 

 


Michèl de Jong vervolgt in zijn voorwoord:
Vast staat dat Miekes arbeidsperikelen niet bevorderlijk waren voor de sfeer in huize Polzer. In de loop der jaren was Mieke steeds ambivalenter over Heinz’ creatieve loopbaan gaan denken. Enerzijds was ze trots op haar status als ‘de vrouw van’ en het besef dat zij het was die als stille kracht op de achtergrond het fenomeen Drs. P in belangrijke mate mogelijk had gemaakt. Tegelijkertijd viel diens veelvuldige uithuizigheid haar allengs zwaarder. Na haar vertrek bij het Theaterinstituut, in 1987, drong zij er dan ook krachtig op aan dat hij – toch ook al bijna zeventig jaar – zou ophouden met zijn optredens in het land. Heinz had echter nog te veel plezier in zijn werk om toen al te stoppen en wist zijn podiumcarrière uiteindelijk tot 1996 te rekken. Was het sturen van een poezenkaart vanuit elke plaats waar hij optrad wellicht mede een blijk van dankbaarheid voor het feit dat Mieke hem dit, zij het tandenknarsend, toestond?


 

Het lijkt zo onbezorgd, dat buitenleven…
Ik ben er helemaal niet van kapot
‘Je moet hem,’ hoor ik, ‘eens een stropdas geven’
‘Ja enig!’ klinkt het dan. ‘Dat doe ik even!’
Ze hebben altijd wat, die Sien en Ot.


Michèl de Jong:
Wat Heinz’ motief voor het schrijven van de eerste kaarten ook was, feit is dat deze geste uitgroeide tot een traditie die hij bijna een kwarteeuw volhield; toen hij allang niet meer optrad, deed hij de ansichten gewoon in Amsterdam op de bus. Pas rond zijn negentigste droogde de inspiratie op. Omdat hij inmiddels nauwelijks meer buiten de paar vierkante meter rond zijn huis kwam, werd het steeds moelijker nog originele afbeeldingen op de kop te tikken. En laten we eerlijk zijn: het aantal grappen of beschouwingen over katten die zichzelf of soortgenoten bewonderen, hunkeren naar hun volgende maaltijd, zich geen raad weten met attributen uit de mensenwereld of verbaasd zijn over andermans gedrag is ook niet oneindig. 

U vraagt wat ik hier doe? Ik sta te eten
Dat doe ik vaak, want het bevalt me zeer
Het smaakt bijzonder prettig, moet u weten
En bovendien – dat zou ik haast vergeten – 
Heb ik daarna een tijd geen honger meer

Archief 2024