Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 38 - 508. Lucebert: Het oog [2/3]

maandag 23 september 2024

het oog is eenvoudig ingericht
het is een nestje van licht
ook wel een donkere kamer
maar dan erg leeg wat splijtzwammen
hier en daar rode blauwe gele
die zoals josé ortega y gasset [*] zei
ooit groeiden in castilië ruim en wijd
in zo’n oog wonen dan ook gewoonlijk
spaanse vliegen die lichtgroen oplichten
en flamenco dansen als je op het oog drukt

achter het oog wemelt het van geklieder
en uiterst dunne draden kortom een rommel
onbegrijpelijk en verwarrend een ieder
wil dat vuilnis graag opruimen
maar de spiegel der ziel is een dichte deur
men komt daar niet achter men ziet
de rotzooi maar men komt er niet bij
het blijft een foto van een schroothoop

hoog boven het oog straalt een voetlicht
voor het voetlicht zit het plebs zitten meeëters
in de crèmepot van het oog zitten uitvreters
er heerst diepe duisternis want het voetlicht
is zo klein als een vuurvlieg
en er zijn vele vliegen
vliegen uit vuurland ruim en wijd
ook daar is het onbehoorlijk onbegrijpelijk
al is het hoog boven het oog
al gooit men alle hoge ogen denkbaar
werkelijk speelruimte is er nergens

het oog lijkt een hefboom voor hoger en hoger
maar meer zien dan men ziet ziet men nooit

1993


[*]
José Ortega y Gasset (1883-1955) was een invloedrijk Spaans filosoof, die met zijn boek La rebelión de las masas internationale bekendheid verwierf. Hij drukte een stempel op het denken en de bewogen politiek van zijn land in de eerste helft van de twintigste eeuw.


Gisteren Luceberts gedicht Er is alles in de wereld en eerder in deze rubriek: De dieren der democratie, Ik kom in het vrouwelijk schip, Twee bewegingen en De zeer oude zingt.

Ik herinner me mijn kennismaking met de poëzie van Lucebert. Dat was in twee theatervoorstellingen van Poëzie Hardop die mij overrompelden. Ik heb de programmaboekjes bewaard en pak ze zo uit de kast: Helemaal goed komt het nooit rond teksten over de toekomst en En dan komt de dag met liedjes over duistere tijden. Bij die voorstellingen raakte ik bevriend met de bevlogen vertolkers van de poëzie van niet alleen Lucebert, maar ook Bertolt Brecht, Gerrit Kouwenaar en vele anderen, te weten Henk Batenburgh (1950-2015) en Frits Lambrechts (1937).





Ik zoek op waar en wanneer Helemaal goed komt het nooit speelde. Dat was in De Populier aan de Amsterdamse Nieuwe Herengracht, april 1978. Ik was toen net 22 jaar. Wat waren we jong en wat waren we begaan met de wereld, zoals we dat godzijdank nog steeds zijn. 

In duistere tijden
zal dan ook gezongen worden?
Dan zal ook gezongen worden:
over duistere tijden. (Brecht)

Wordt vervolgd.

Archief 2024