Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z),
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 21 - 287-290. Jules Deelder: CS

vrijdag 31 mei 2024

Centraal in Rotterdam
staat Rotterdam Centraal

Heel de wereld gaat er weg
en komt er ook weer aan

Stations zijn als havens
voor de dolende ziel

Begin van het daar en
eind van het hier

2014


Slechts één keer eerder is in deze rubriek poëzie te lezen van Jules Deelder (1944-2019), namelijk zijn gedichten The Monk en Voor Ari. Vandaag aandacht voor zijn werk vanwege het verschijnen van De Zwarte jager. Ondertitel: 11 gedichten van J.A. Deelder muzikaal en visueel geïnterpreteerd






Uit het voorwoord: 
‘Op een dag zal ik weg zijn en wat dan?’ schreef de Belgische dichterslegende Jotie T’hooft, anticiperend op de jaren na zijn overlijden, vooruitkijken op de vergankelijkheid van de roem die hij tijdens zijn dichtersleven genoot. Derhalve, om alle vormen der vergetelheid te blokkeren, maar vooral om Jules Deelders werk ook na zijn overlijden op een bijzondere manier te presenteren, is deze bundel uitgebracht.

Gedicht bij volle maan

Van bleek maanlicht
als een wade overtogen
liggen de godverlaten
straten van de stad
doorheen ’t meedogenloze
holster van de nacht
tot ver voorbij de kille
waanzin van haar buiten-
wijken uitgestrekt naar
’t omringende van alle
hoop verstoken land waar
de stilte van het graf
slechts wordt onderbroken
door ’t vertwijfeld hakken
van nagels in een plank


11 gedichten van Jules Deelder dus. Met een audio-cd van die muzikaal geïnterpreteerde verzen. Met visuele interpretaties van onder anderen Barbera Sterk en Thijs Veraart en met tekstbijdragen van Wilfried de Jong, Wim de Jong, John Schoorl en anderen.







Het gedicht van vandaag schrijft Deelder in 2014 voor de opening van het nieuwe station Rotterdam-Centraal. Ook na zijn dood is het daar verschillende keren gedurende een aantal weken te lezen, zoals als eerbetoon direct na Deelders dood, december 2019. 






Onderstaand gedicht is Deelders verwoording van de winst van Nederland op (dan nog West-) Duitsland op 21 juni 1988 tijdens de halve finale van het EK-voetbal, dat ons land vier dagen later ook zal winnen. Dat prachtige doelpunt,
één minuut voor tijd, is van Marco van Basten.

Nationaal gedicht

(21-6-’88)

Oooooooo!
Hoe vergeefs
des doelmans hand

zich strekte
naar de bal
die één minuut

voor tijd
de Duitse doel-
lijn kruiste

Zij die vielen
rezen juichend
uit hun graf


In verschillende gedichten van Deelder lezen we over zijn antipathie tegen de Duitsers. Deelder is in 1944 geboren in de stad die hij al jong leert kennen door de verhalen over de bezetting en de verwoesting. Winnen van het Duitse elftal heeft natuurlijk alles te maken met anti-Duitse sentimenten. Nationaal gedicht verwijst naar de nationale overwinning, maar natuurlijk indirect naar het Nationale Socialisme. En des doelmans hand strekte zich zoals de Hitlergroet dat eerder deed. En zij die vielen zijn natuurlijk de oorlogsslachtoffers die bij wijze van spreken verrijzen uit hun graf bij dit winnende doelpunt.  

Deelders oorlogsherinneringen lezen niet alleen als afrekening, maar kunnen ook ontroeren:

Interbellum

We lopen langs het stille strand
De lucht staat strak

Scheve bunkers in het zand
De oorlog zwijgt

Opkomend tij
M’n moeder pakt me bij m’n hand

Ik ben niet bang
Wel klein

Archief 2024