Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 19 - 241-245. Pim Lammers: Plan B.

zaterdag 18 mei 2024

Ik ga al mijn sommen maken,
elk boek uit de schoolbibliotheek lezen,
alle moeilijke dicteewoordjes leren
zodat ik later Ruimtevaart kan gaan studeren.

(Met een beetje geluk
is onze aarde dan nog niet stuk.)

Daar leer ik hoe ik een raket moet bouwen.

Eentje die verder kan dan de maan,
dan Mars, Jupiter of Mercurius,
want ik ga dus
op zoek naar een planeet.

Eentje waarvan ik nu de naam nog niet weet. 

Die mag ik dan gaan verzinnen,
want ik heb hem ontdekt:
een planeet om opnieuw te beginnen.

Dus als de grote mensen dan nog steeds niets hebben gedaan,
met hun handen in hun zakken blijven staan
en kijken naar beleidsmakers, beleggers en bedrijven,
heb ik mijn eigen plan B.

En natuurlijk mogen alle kinderen
van later en nu
met mij mee. 

2024


‘Wanneer word ik uitgestorven?’ Dat was de vraag die een 11-jarige jongen mij stelde tijdens een poëzielezing. De gedichten die centraal stonden, gingen over het milieu, vervuiling, bedreigde diersoorten en de klimaatcrisis.
Ik vermeed de klemtoon te leggen op de donkerste en meest bedreigende feiten en toekomstvisie. Er hangt al zoveel onheilspellends in de lucht. Maar toen kwam dus die vraag. Ik slikte twee keer. Door de ernstige toon waarop hij zijn vraag stelde, lachte niemand.
Er ontspon zich een boeiend gesprek over in hoeverre kinderen nu echt bezig zijn met die hele klimaatverandering. En of ze soms bang waren voor de toekomst? ‘Ik niet, want ik ben al elf, maar mijn zusje is nog maar twee.’ Grappig, welja, maar toch vooral schrijnend tragikomisch. 
Daar en toen ontstond het idee om een bundel klimaatverhalen en gedichten voor kinderen bij elkaar te brengen. Geen donkere verhalen vol klimaatkommer en doemdenken, maar hoopgevende verzen en korte verhalen die op een fantasierijke, positieve en meeslepende manier telkens een ander facet aansnijden. […]
Dit boek is er niet alleen voor kinderen, maar evenzeer voor volwassenen. Iedereen leeft immers in een tijdsgewricht waarin we allen, ongeacht de generatie, in toenemende mate te maken hebben met de ingrijpende gevolgen van de klimaatverandering. […]
We hopen met dit boek bij te dragen tot een nog grotere bewustwording dat we niet langer kunnen aarzelen, maar dat we met z’n allen, jong en oud, de schouders moeten zetten onder positieve acties om de klimaatcrisis om te keren. Kunnen we met grappige, spannende en fantastische verhalen onze planeet redden?






Aldus een van de auteurs, Daniel Billiet, in het nawoord van Het gras lacht groen. Verhalen van onder anderen Wim Hofman, Jens Meijen en Anne Provoost; gedichten van Geert Buelens, Gil vander Heyden, Erik van Os, Maud Vanhauwaert en Riet Wille. En van Pim Lammers (hierboven) en Gaea Schoeters (hieronder). 

De mens Sebastiaan

Dit is de mens Sebastiaan.
Het is niet goed met hem gegaan.

LUISTER!

Hij zei tot alle and’re mensen:
Vreemd, ik weet niet wat mij drijft
maar ik heb zo’n grootse wensen
ja, alles moet ingelijfd.

Zeiden alle and’re mensen:
O, Sebastiaan, nee, Sebastiaan,
kom Sebastiaan, laat dat nou,
Toom toch in die grootse wensen.
Echt niet alles is van jou.

Zei Sebastiaaan tot de zijnen:
Heel de wereld komt mij toe
jagen, vissen en ontginnen,
winst maken is wat ik doe.

Zeiden alle and’re mensen:
O, Sebastiaan, nee, Sebastiaan,
toe, Sebastian, toe nu, laat!
Heel gevaarlijk, al jouw wensen,
zo gevaarlijk voor ’t klimaat.

Zei Sebastiaan eigenzinnig:
Nee, de Drang is mij te groot.
Zeiden alle and’ren innig:
Sebastiaan, dit wordt je dood…

O, o, o, Sebastiaan!
Het is niet goed met hem gegaan.

Blind vervulde hij zijn wensen.
Eigenzinnig! En niet bang.
Zeiden alle and’re mensen:
Kijk, daar gaat hij met zijn Drang.

PAUZE

Na een poosje werd toen even
dit berichtje doorgegeven:
hebzicht heeft ’t klimaat bedorven,
Sebastiaan is uitgestorven.


De mens Sebastiaan is natuurlijk, al staat het er niet bij vermeld, een moderne versie van het beroemde vers (De spin) Sebastiaan, dat Annie M.G. Schmidt bijna vijfenzeventig jaar geleden schreef [*].


Tot slot twee korte gedichten van de nog niet genoemde dichters, respectievelijk Joke van Leeuwen en Johanna Kruit.

Hoefnie

hoefnie
binnen zo warm dat je smelt tot een plasje
hoefnie
wegdoen wat werkt, al na één piepklein krasje
hoefnie
volautomatische rugkriebelkrabstok
hoefnie
veertig paar chelsea boots onder de kapstok
hoefnie
elke week vliegen naar Playa de Pimpel
hoefnie
douchen totdat heel je lijf is gerimpeld
hoefnie
vlootjes en zootjes en zakjes in zee
hoefnienee

(duw zaadjes de grond in en wacht nog een tijdje
dan komt er zo’n babygroen wonderlijkheidje)


Dagje kijken

Kijken hoe de wereld draait. Kijken we naar centen graait.
Kijken hoe de mensen lopen. Kijken wie in winkels kopen.

Kijken wie de bomen snoeien. Kijken wie de boel verknoeien.
Kijken bij de bouw van huizen. Kijken bij de watersluizen. 

Kijken naar een schip dat gaat. Kijken naar een klok die slaat.
Kijken hoe het zonlicht zwaait. Kijken hoe de wereld draait. 


[*]

Annie M.G. Schmidt: 
Sebastiaan

Dit is de spin Sebastiaan.
Het is niet goed met hem gegaan.

LUISTER!

Hij zei tot alle and're spinnen:
Vreemd, ik weet niet wat ik heb,
maar ik krijg zo'n drang van binnen
tot het weven van een web.

Zeiden alle and're spinnen:
O, Sebastiaan, nee, Sebastiaan,
kom, Sebastiaan, laat dat nou,
wou je aan een web beginnen
in die vreselijke kou?

Zei Sebastiaan tot de spinnen:
't Web hoeft niet zo groot te zijn,
't hoeft niet buiten, 't kan ook binnen
ergens achter een gordijn.

Zeiden alle and're spinnen:
O, Sebastiaan, nee, Sebastiaan,
toe, Sebastiaan, toom je in!
Het is zó gevaarlijk binnen,
zó gevaarlijk voor een spin.

Zei Sebastiaan eigenzinnig:
Nee, de Drang is mij te groot.
Zeiden alle and'ren innig:
Sebastiaan, dit wordt je dood...

O, o, o, Sebastiaan!
Het is niet goed met hem gegaan.

Door het raam klom hij naar binnen.
Eigenzinnig! En niet bang.
Zeiden alle and're spinnen:
Kijk, daar gaat hij met zijn Drang!

PAUZE

Na een poosje werd toen éven
dit berichtje doorgegeven:
Binnen werd een moord gepleegd.
Sebastiaan is opgeveegd.

1951

Archief 2024