Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 18 - 221-222. Peter Verhelst [2/2]: Weldra hebben...

woensdag 08 mei 2024

Weldra hebben we alles opgebruikt. De grassen zijn geel. 
We halen er de polsen aan open, de kinderen de hals. Koorts 
laat ons zingen in tongen. Cactusbloemen, schorpioenen. 

We staan in een kring, armen om de schouders, 
met vereende krachten op en neer te springen, keien rond de enkels,
zo sterk is onze hoop. 

Niets helpt.

We zullen de regen achterna moeten. 

Een voor een zullen de mammoeten uit de rook tevoorschijn komen. 

Op de rug van de mammoeten zitten onze vrouwen te heupwiegen. 
Ze wijzen voorwaarts. 
Opspuitende fonteinen. Vloeibare spiegels in de woestijn.

2023


Diezelfde Peter Verhelst is een van de vijf genomineerden voor de Grote Poëzieprijs: de jaarlijkse bekroning van de beste Nederlandstalige poëziebundel. De prijs, die dit jaar dertig jaar bestaat, heette tot 2019 de VSB-Poëzieprijs en het prijzengeld is 25.000 euro, waarvan 5.000 ten goede komt aan een poëziestimuleringsprogramma dat de winnaar kiest. 

20.000 euro voor de dichter is natuurlijk ‘niets’ in vergelijking met de 50.000 euro die een nieuwe poëzieprijs ter beschikking stelt aan de auteur van de beste Nederlandstalige dichtbundel, verschenen in de drie voorafgaande jaren. Anders dan bij andere poëzieprijzen mag een bundel dus gedurende maximaal drie jaar meedingen naar de prijs. Deze poëzieprijs is de Johan Polak-Poëzieprijs, genoemd naar de gerenommeerde uitgever en boekhandelaar Johan Polak (1928-1992), wiens Stichting tot Instandhouding van het Bijzondere Boek de prijs financiert en die het voortbestaan ervan voor tenminste 25 jaar garandeert. 
De uitreiking van de prijs – waarvoor auteurs en uitgevers zichzelf nomineren door hun gepubliceerde bundels in te zenden – vindt plaats op 25 mei, de sterfdag van Johan Polak.

De uitreiking van de Grote Poëzieprijs 2024 heeft plaats op donderdag 25 april. (Als ik dit schrijf, is het dinsdag 23 april.) De vijf genomineerden – gekozen uit een longlist van bijna honderd bundels – zijn Jens Meijen, Dewi de Nijs Bik, Merel van Slobbe, Sofie Verdoodt en Peter Verhelst dus. De komende dagen aandacht voor hun werk. 

[Bovenstaand gedicht vormt, samen met twee andere gedichten, de proloog. Ze stonden eerder in de bundel Nieuwe sterrenbeelden, uit 2008. Onderstaand gedicht vormt in zijn eentje de zevende en laatste ‘afdeling’. Voyage 7 is getiteld Voorbij de horizon.]







De jury, met dit jaar onder anderen Sasja Janssen, over Zabriskie van Peter Verhelst:
Zabriskie is het filmische laatste dystopische deel van de trilogie, die begon met Zon (2019) en 2050 (2021). 7 voyages door woestijnen (Zabriskie Point), zingende bergen, tuinen en prehistorische wouden, zich afspelend in wat de eindtijd zou kunnen zijn. Het bevat een haast omgekeerd scheppingsverhaal, boordevol met verwijzingen naar film, beeldende kunst en dans. Dit is een bezwerende bundel die de taal viert, vol dromen, visioenen, gezangen en rituelen: ‘met als een droom iets esthetisch te maken van de ondergang’. Na leeuwen in Zon vinden we in deze bundel het sneeuwluipaard, een dier dat in ons allen zit en een verwijzing vormt naar de Bijbel, symbool hier voor het menselijke verlangen, ‘een verhevigde vorm van helderheid en tegelijk duizeling’. 

In het laatste zonlicht kijken we uit over de tuin.
Onder de eiken voeren mannen en vrouwen trage

bewegingen uit alsof ze in de lucht zwemmen. In het donker
schrijft een vleermuis namen van wie, van wie

nog zouden komen, van wie onderweg zijn en wie
er niet zijn geraakt. Nevel drijft op de vijver. Straks snijden we

pioenroos, fakkellelie, ranonkel en dahlia, en vannacht
brengen we papaver mee naar huis, een hand

rond de bloemkelk als rond een vlam.
Aardbeien en kersen en frambozen dragen we naar de kelder

om te bewaren in rum en suiker – zachte lippen, zachte tong – 
voor winteravonden. De geur van grassen.

We kijken uit over de tuin en horen stemmen in de verte.
Onder een eik neemt een vrouw een aanloop

en rent over de vijver de nevel in. Denk: vannacht
is niets onmogelijk. De volgende vrouw begint te rennen en

een man trekt zijn schoenen al uit. Een voor een.
Vuurwerk boven water. Miljarden gensters.

2023 

Archief 2024