Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 14 - 164-165. Nico Scheepmaker [3/6]

vrijdag 12 april 2024

Mijn vader werkte, thuis, op zijn kantoor.
Ik wist niet beter of daar was hij voor.
Hij schreef miljoenen in de boeken
en ik deed weinig moeite hem te zoeken.

Pas nu ík vader ben komt ook mijn vader
bij elke stap van Sara mij steeds nader:
hij wás er dan toch maar, en hield van mij,
al ging dat ongemerkt aan mij voorbij.

Niet helemaal, – maar zijn onhandigheid
vermengde zich met mijn gebrek aan tijd
waardoor wij tussen al het grappen maken
alleen nog samen over voetbal spraken.

Zo kwamen wij, op parallelle wegen,
elkaar in feite nooit ‘n keertje tegen.

1987


Na odes aan zijn echtgenote en zijn dochters nu, tot slot, aan zijn ouders.


Moeder


Een moederhart, een gouden hart.
Zo heet een bundel vol gedichten
die over datgene berichten
wat de dichter ’t meest verwart.

Want vrouwen kan hij vrij bezingen:
hun borsten en hun zachte huid.
Hij noemt ze lieveling of bruid,
en memoreert zijn zinderingen.

Maar ’n moeder – die is lichaamloos:
zij heeft geen borsten, hooguit wangen.
Zij is de vrouw die je niet koos,
maar die je dikwijls doet verlangen
dat zij als moeder zou verdwijnen
om weer als buurvrouw te verschijnen.

1987 

Archief 2024