Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 13 - 144-146. Jules de Corte [5/8]: Kleine Anita

donderdag 04 april 2024

[Beluister hier.]

Nu is kleine Anita nooit meer bang:
Niet voor de grote honden van oom Jozef
Niet voor de ogen van de vreemde mensen
En ook niet 's nachts, al is het nog zo donker
En als het stormt vindt ze dat echt niet erg 

Kleine Anita is ook nooit meer stout
Of lastig met het wassen of het eten
Niet huilerig of plagerig of kattig
Broertje mag voortaan best met alles spelen
Ja, als hij wil zelfs met het poppenhuis

Kleine Anita is ook nooit meer moe
En nooit zal ze meer pijn hoeven te lijden
En zeker niet zo erg meer als die middag
Toen ze haar stervend van de straat opraapten
Wat weer eens oponthoud gaf in het verkeer 

1969


Het kan: een kind dat niet meer bang is voor honden, voor vreemden, voor de nacht, voor een storm… En natuurlijk is het mogelijk dat een kind over haar of zijn recalcitrantie heen groeit… Maar… nooit meer moe, nooit meer pijn… 
Een lied zonder eindrijm, maar in de praktijk valt dat bijna niemand op, want zo staan er wel meer in deze bundel.Aldus samensteller Cees van der Pluijm in Ik zou weleens willen weten, de bloemlezing met liederen van Jules de Corte. Nogal dommig, want natuurlijk wilde De Corte wel degelijk iets zeggen met zijn keuze in dit lied niet te rijmen. Een kind dat nooit meer moe is, nooit meer pijn heeft omdat het sterft in het drukke verkeer – dát valt niet te rijmen.


Het bruidpaar

[Kijk en luister hier.]

Het jonge paar kwam stijfgearmd van het stadhuis
Geëscorteerd door slechts een paar familieleden
Er zou geen bruiloft zijn, omwille van de vrede
Alleen een heel bescheiden schijnreceptie thuis

En in de ouderlijke woning van de bruid
Kreeg iedereen een kopje thee en een gebakje
Er waren vier felicitaties plus een pakje
En na een uur liet men de laatste gasten uit

Toen was het allemaal gelukkig weer gewoon
Ze gingen zwijgend naar hun zolder met zijn beiden
Waar niemand zag hoe hij haar troostte toen ze schreide
En vijf maand later werd ze moeder van een zoon

Die kreeg de namen van papa aan vaders kant
Als een gebaar van goede wil aan de familie
Men stuurde kaartjes rond naar ieders domicilie
En plaatsten voorts een advertentie in de krant

Welnu, de enige die kwam was Truus van Hoof
En alle anderen lieten taal noch teken merken
Die zaten zondags vroom en vredig in hun kerken
Om God te danken voor hun spijkerhard geloof

1962






Drie beroemde liederen vandaag, waaronder, hieronder, een van zijn bekendste en mooiste. Om ruimte te besparenis ervoor gekozen in de bloemlezing Ik zou weleens willen weten regels en strofen aan elkaar te plakken. Hoe kun je nou toch veronderstellen dat je een literair liedauteur daarmee recht doet? 


Als je overmorgen oud bent

[Beluister hier.]

Als je overmorgen oud bent 
Wie zal er dan bij je blijven 
Om je pijntjes weg te wrijven 
En je zorgjes weg te doen 
Zonder al te bits te kijven 
Als je weer praat over toen? 

Als je overmorgen oud bent 
Wie zal je dan moed inspreken 
En wie helpt je oversteken 
Als het niet alleen meer gaat 
En wie zal de stilte breken 
Die als ijs rondom je staat?

Als je overmorgen oud bent 
Wie zal dan je bed opmaken 
En wie doet je kleine zaken 
En wie zorgt er voor je brood 
En wie zal er bij je waken 
Op de avond voor je dood?

Als je overmorgen oud bent 
Zo oud dat je oren tuiten 
Wie helpt dan je neus te snuiten 
En wie helpt je op te staan 
En wie zal je ogen sluiten 
Als ze niet vanzelf dichtgaan?

1974

Archief 2024