Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 13 - 141. Jules de Corte [3/8]: Toen ik naakt was

dinsdag 02 april 2024

[Beluister hier:
Jules de Corte  heropname 1990 (op eigen melodie);
Martine Bijl opname 1968 (op muziek Henk van der Molen)]


Toen ik naakt was, heb je mij bezocht
En toen ik dorst had, heb je mij volop gespijzigd
Toen ik gevangen zat, heb jij me aangekleed
Jij hebt de goedheid in onlogica gewijzigd
Maar ik was blij met alle dingen die je deed

Toen ik kou leed, reikte jij me ijs
En toen ik honger had, kwam jij om mij te laven
Terwijl ik blind was, bracht je mij een schilderij
En toen ik ziek lag, bood je aan mij te begraven
Gewoon uit menselijk medeleven jegens mij

Was ik eenzaam, liet je mij alleen
Wou ik alleen zijn, bleef je langer dan mij lustte
Als ik moest slapen, wenste jij me goede wacht
En moest ik wakker blijven, zei je welterusten
Maar je attenties waren altijd onverdacht

Zeg me niet: ik zag je nimmer naakt
Of dat ik nooit in de gevangenis heb gezeten
Dat ik nooit hongerig was of dorst had evenmin
Jij was een mensenredder zonder het te weten
En was ik God, dan mocht jij zo mijn hemel in

1985


Vervolg van gisteren.



Literair spel met de christelijke ‘zeven werken van barmhartigheid’: (1) hongerigen spijzigen, (2) dorstigen laven, (3) naakten kleden, (4) vreemdelingen herbergen, (5) zieken en (6) gevangenen bezoeken en (7) doden begraven.
Martine Bijl neemt het lied al in 1968 op, maar dan is de titel nog Voor het onbegrepene

Archief 2024