Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 13 - 138-139. Jules de Corte [1/8]: Moeder Aarde

zondag 31 maart 2024

Moeder Aarde heeft genoeg 
Om haar kinderen te behoeden
Te verzorgen en te voeden 
Elk moment van hun bestaan; 
Alle dieren, alle mensen
Noem maar op en wijs maar aan 
Welke noden, welke wensen: 
Moeder Aarde heeft genoeg  

Moeder Aarde heeft genoeg 
Om de bomen te doen groeien
Om de bloesem te doen bloeien;
En de bloemen op het veld 
Tooit ze met de bontste kleuren 
En de kruiden ongeteld, 
Zoveel soorten, zoveel geuren: 
Moeder Aarde heeft genoeg

Moeder Aarde heeft genoeg 
Voor de vogels en de vissen. 
Wat het ene niet kan missen
Vult het andere weer aan; 
Laat de schapen veilig weiden 
En de wolven maar begaan 
Niemand hoeft gebrek te lijden: 
Moeder Aarde heeft genoeg

Moeder Aarde heeft genoeg
Maar wij hebben ons verheven
Tot bezitters van het leven
Onze roofzucht is te groot; 
Binnen nu en enkele jaren
Maken wij het leven dood
Technologische barbaren – 
Moeder Aarde had genoeg

1985


Veel aandacht op radio en televisie deze week voor Jules de Corte. Dit vanwege zijn geboortedag, vandaag honderd jaar geleden. 

Jules de Corte, die 16 februari 1996 op 71-jarige leeftijd overleed, kwam in deze rubriek de afgelopen negen jaar pas elf keer ter sprake. Dit aan de hand van zijn liedteksten Aan de circusdieren, Aan Luther en de anderen, Als je overmorgen oud bent, De beiaardier van Vlissingen, Het feest dat nooit gevierd werd, Ik zou wel eens willen weten, Michiel, Moederdag, Seizoenen, Ten dage en De wereld waar ik van droom. De komende dagen zijn voor zijn werk.

Op 24 maart jl. zond de KRO de documentaire De blinde ziener uit. Een heel beroerd portret met veel te veel aandacht voor idolate fans. Het enige hoogtepunt: de medewerking van zoon Ernst de Corte. Die vertelt daarin over de moeizame relatie met zijn vader, die zijn gezin in de steek liet toen de zes kinderen nog klein waren. Het heeft vijfentwintig jaar geduurd voordat hun contact zich normaliseerde. Dit nadat Ernst, na lang aarzelen, als studiomuzikant meewerkte aan een cd-opname van Jules en de kracht van het werk van zijn vader dubbel bij hem binnenkwam. Net toen zij goed met elkaar in gesprek kwamen, kreeg Jules de Corte ernstige hartklachten en hij overleed niet veel later. 
Ernst: Intussen ben ik zijn muziek goed gaan beluisteren en ben ik het ook gaan waarderen. Speurend door de drieduizend liedjes die Jules schreef, zocht ik naar wat hij nog meer te vertellen had. Zo heb ik hem beter leren kennen. Op veel dingen die ik nog aan hem wilde vragen, vond ik het antwoord in zijn teksten. Het is een voorrecht dat ik hem door zijn werk nog een beetje tevoorschijn kan halen. […] Zonde om die liedjes te laten verstoffen. Als je niet oppast raakt Jules’ repertoire vergeten en verdwenen.
Ernst treedt op in het land om het werk van zijn vader opnieuw onder het publiek te brengen: Ik selecteerde vooral nummers die ook in deze tijd passen. Met drieduizend liedjes is er keuze genoeg. 
In de genoemde documentaire zegt hij dat hij vindt dat van die liedjes er minstens vijfendertig nog altijd tot de top behoren en als voorbeeld noemt hij vervolgens onder meer Moeder Aarde – dit lied is veertig jaar oud, maar actueler dan ooit – en De poort. Het is daarom dat ik daarmee vandaag begin aan nieuwe aandacht in deze rubriek voor De Cortes rijke liedoeuvre. 


De poort

[Beluister hier.]

Ik heb een half uur bij de poort gekeken
Die aan het eind ligt van het laatste pad
Er ging een man doorheen die kanker had
Naast een oud vrouwtje aan de tijd bezweken
Wat hongerlijders uit een hongerland
Wat slachtoffers geveld in snelverkeer
En tien soldaten, vijf aan elke kant
Met elk in het lijf een brokje lood van eer

Ik zag een man die net nog op kantoor zat
Hij kreeg een teken en hij had te gaan
Een dronken lor die nauwelijks nog kon staan
Een huisvrouw die haar keukenschort nog voor had
Wat oproerkraaiers uit een oproerland
Een kerkeling die in zijn bijbel las
En in Vietnam tien kindertjes verbrand
Omdat het die dag napalm-zondag was

Ik heb een half uur bij de poort gekeken
Die aan het eind ligt van het laatste pad
Ik heb geen troon gezien waar God op zat
Noch engelen de bazuinen horen steken
Maar wel vloog er een witte duif voorbij
Met in haar bek één takje levensgroen
Dat God ons in het uur genadig zij
Als wij de laatste kruisgang moeten doen

1968

Archief 2024