Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 12 - 131. Sasja Janssen [4/4]: Vorig seizoen in de hel

woensdag 27 maart 2024

                                                                                        voor Sasja Janssen

gooide ik Freud weg, die winterbijbel
zijn kut is niet de mijne, maar nog altijd schrijf ik
de woorden over elkaar
mijn souffleuse  gaat bij het grofvuil, haar muil past
in een kleine Samsonite Quality, kijk maar in mijn eerste bundel
(doe je toch niet ) en ik koop een hemeldure rok met rood borduursel
dat op papavers lijkt maar Sasja Janssen blijft
(je moet niet zoveel schrijven, dat leidt af van het gedicht)

na vier seizoenen in de zomer zijn de kwade kersen
uit mijn buik en ik zet mijn zinnen op een jonge tandarts
en zijn levensgrote plant met plat hoofd
hard als de huid van een krab
de plant is zijn grote liefde en de tandarts niet de mijne
fort he time being doen we het in zijn lunchpauze onder operatielicht
(je moet echt eens 4D gaan schrijven)

hij is de enige die mijn gedichten begrijpt, volledig
als een wortelkanaal
daar heb ik wel wat seks voor over
we zetten onze hoeden op tot de plant schreeuwt
het gaat door al mijn zenuwen
hij krijgt een zon en gaat tevreden liggen en ik kan ze eindelijk verlaten
daar heb ik wel wat seks voor over
(je bent net je moeder, die gaat ook zomaar weg zonder zon)

nu alles glanst van de vorst, als donkerblauw water
ben ik zo gelukkig als was ik nooit, en de poëzie laat me nooit
meer in de steek
(je moet nooit die dingen opschrijven, schrijf nu eens als Faverey)

2024


Trouw, 18 januari 2024:
Aan het slot van de bundel draag je een reeks gedichten op aan collega-dichters, en ook een aan Sasja Janssen. Waarom?
'Ik bewonder veel dichters, hedendaagse, maar ook iemand als Hadewijch. Zonder hen bestond mijn werk niet. En zoals Hitchcock vaak even opdook in zijn eigen films, vind ik het leuk om mezelf op te voeren. Schrijven is ook een manier om als dichter in gesprek te zijn met de persoon Sasja Janssen, en mijn eigen ideeën. Ik ben nu 55 en begin een beetje te wennen aan het leven. Ik mag van mezelf dichter zijn, stel het schrijven niet meer ter discussie. Vroeger was ik geneigd om "sorry, sorry" te zeggen als mensen mijn werk niet snapten. Nu denk ik: misschien moet je dan gewoon meer gaan lezen of beter je best doen.'

Archief 2024