Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 1 - 15. Astrid Lampe: Je huis een matroesjka...

zaterdag 13 januari 2024

je huis een matroesjka
we krompen mee
de mantelzorg
we schaalden op
al wat nieuwsgierig maakt
tot op de dag van vandaag
monter van voorschoot wisselt

2013


In Trouw, 21 december jl., schrijft Rob Schouten over Astrid Lampe (1955), winnaar van de P.C. Hooft-prijs 2024.

Zelf zegt ze dat ze altijd een beetje voor haar werk heeft moeten knokken. Ze kreeg voor haar poëzie eerder de Schrijversprijs der Brabantse Letteren en de Ida Gerhardtprijs, maar dat zij de literatuurprijs voor het Nederlandse taalgebied nu krijgt, en niet getipte kandidaten als K. Michel, Esther Jansma of Anne Vegter, mag wel tot de grootste P.C. Hooft-prijs-surprises van de afgelopen decennia gerekend worden.
Afkomstig uit de toneelwereld debuteerde ze op tamelijk late leeftijd in 1997 met de bundel Rib, die direct een opmerkelijke taalvirtuositeit uitstraalde en die z'n inspiratie haalde uit alle mogelijke hoeken van de maatschappij en van het nieuws, van reclameteksten tot wetenschappelijke traktaten, van straattaal tot marketinguitdrukkingen.
Lampes poëzie bleek van meet af aan een bijzonder democratisch genre en is dat altijd gebleven in de dertien bundels die ze tot nu schreef. Schijnbaar lichtvoetige, opgewekte taaldansjes waarin bij nader inzien toch allerlei betekenissen en boodschappen schuilgaan, maar niet zo dat je er met je neus op gedrukt wordt. Integendeel, de lezer herkent voortdurend van alles in haar gedichten waarin letterlijk alle registers worden opengetrokken, van potvissen tot schoonheidsslaapjes, en van zorgdossiers tot alpiene vergezichten, zonder dat hij het direct tot een sluitend geheel kan samenvatten.
Die talige en open springerigheid geeft haar gedichten een heel apart karakter, dat zich in de verte misschien met mimekunst laat vergelijken: geen volzinnen maar lichte, suggestieve taalgebaren.
Toch gaat er, bij al die lyrische taalvreugde, een wezenlijk engagement in haar werk schuil, een omgang met de complexe, dubbelzinnige wereld van vandaag, die juist de tegenwoordige generatie lezers (en schrijvers) aanspreekt en inspireert. De jury […] gooit het zelfs voornamelijk op haar betrokkenheid bij de wereld van vandaag en heeft het over haar 'oog - en vooral ook oor - voor de invloed van digitale technologie op economie, klimaat en genderverhoudingen' en prijst haar om de 'diabolische intensiteit over het moderne leven, in zinnelijke en ontembare taal die vraagt om herlezing en herbeluistering.'
Pure lyriek is het dus zeker niet, al lijkt het dat soms wel, maar er ligt steeds een verrassend soort feitenrelaas aan ten grondslag dat er doorheen schemert maar ook weer niet de hoofdmoot vormt. Regels uit de bundel Lil (2010), vol liefdesgedichten, laten zien dat deze expressieve gedichten behalve associatief en geworteld in de alledaagse realiteit vooral ook zinnelijk en zintuigelijk willen zijn:

Je wilt in het gedicht blijven en niet steeds zaken lopen opzoeken (zak- lopend/ op zoek ja) ik altijd/ je wilt aan lippen blijven hangen niet eerst knokken blokken afzien, liefde is toch/ geen strafkamp (aan de oevers van de Seine) liefde is toch geen e x e r c i t i e/ je wilt in het gedicht blijven niet steeds verzaken aan de oevers van de Seine aan de / ronding van haar dijen jij stuk jij stoot... wilt dat toch ook.

Het is vooral deze eigenzinnige combinatie van energieke expressie en verbale overtuigingskracht die Lampes werk een aparte plaats in de Nederlandse dichtkunst bezorgt. Echt een heel bijzonder en aantrekkelijk oeuvre dat, bekroond met de belangrijkste prijs in het Nederlandse taalgebied, ineens de aandacht krijgt die het al jaren verdient.

een af en aan van grote opleggers
de nieuwe pikorde
hectiek

verlaat u het grindpad
'mind your step!'

oog in oog met de gestripte vloer
lukt het ons (steeds weer)
ons te verplaatsen

thermiek

de stofjes wegdenken staat nu gelijk aan
de dans polijsten

veeleer slijpen dan inlijsten dit licht
(juist met het harden sprong de glans tevoorschijn)
mind the gap

Archief 2024