Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 48 - 161. Hans Dorrestijn: Moderne zomers

maandag 27 november 2023

Asfalt en stof
het is dinsdag en zomer,
de biobak meurt.
Zaken vol schoonheidskoninginnen
veroordelen vlees en vet.
Een dikke man, projectontwikkelaar,
morst met zijn softijs, vervloekt een pizzakoerier.
De wind (bol en wollig als een zieke ooi)
rolt lege plastic flesjes
over het trottoi. Beeld voor een droge mond.
De stad is op de vlucht
voor elkanders lichaamswarmte.
Vandaag halen we voor 't eerst de veertig graden.
Er klinkt gejuich van wormen en maden.
Het is te heet
om naar de zomerjurken om te kijken.
De milieu-activist gaapt en zwijgt
als hij zijn verse jus met fruitvlieg krijgt.
Zestig kraaien vliegen
tegen het hels azuur. Onder de mouwen plakt
het gemolten polshorloge.
Stof op de stoepen, de weg vloeibaar teer.
Honderd kraaien in de lucht
of zijn het er meer?

2023


Vervolg van gisteren.
'Naar het model van Remco Camperts gedicht Elementen voor een gedicht uit de bundel Bij hoog en bij laag, waarin hij een ouderwets strenge winter behandelt.'


Elementen voor een gedicht

As en ijs:
het is dinsdag en winter. 
Zalen vol verkouden moeders 
bespreken de voordelen van vet. 
De dikke man, in tabak of textiel, 
kauwt op zijn sigaar, vloekt op een fietser. 
De wind, kaal als een geschoren rat,
rent langs de huizen, 
knabbelt aan de kranten, 
de vuilnisbakken, de rokken 
van kleine meisjes.
De stad is gelukkig tezamen, 
sneeuwbal in een jongenshand. 
Niets hoort bij alles hoort bij niets. 
Zeven kraaien vliegen
in de rijpe winterlucht.
In dunne kratten mooie ronde rode appels,
in sleetse mouwen van slag geraakte polshorloges. 
As op de stoepen, ijs langs de wegen,
zeven kraaien in de lucht 
of zijn het er negen?

1959
 

Archief 2023