Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Vanaf januari 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan drie boeken in voorbereiding. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 20232022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 (A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 26 - 140. Annemarie Estor: Het overschot...

zaterdag 01 juli 2023

Het overschot van een gevaarlijk bestaan


ik geloof,
ik geloof,
ik geloof
in de klapwiekende uitbraak
        van het verdrukte verlangen,
        in de sloopkogel in de muur voor de toekomst,
in de onwaarschijnlijkste bloeduitstorting van meteorieten
        het uur dat ik gekomen ben
          en dat je komt.

Ik geloof
in de vruchtmaand
           in dit hooibroeiland.

In de hoogmoed van de oogst,
en in de zedeloze dievegge
die snel, naast de lopende zuigermotor
een druiventros optilt,
en gehurkt op de dennennaaldenbodem

– mond zoekend naar kort zoet –

van haar wensen een kortstondig riviertje maakt,
verdampend, verlating voorafspiegelend,

en dit
naast de hete, dodelijke, nagenoeg lege autoweg.

Ach, daar ligt de vrije wil, onder de cipressen,
bij de levenslustige rondingen van cactussen,
de hoog opgerichte vetplanten.

        Luister, naar de nieuwe oude wet

        Ik geloof

in nieuwluchterij
bij de schittering van de smaragdrivier,
in de migratie van herinneringen
door openslaande gezichten, verguld van geheugen.

        In het delen van tabak

O, vertel, ik hang aan je opengaande ogen,
      aan de vleugels van je zorgen
          die, na een jaar smoordichte luiken
          verholen onder kledij
          en onder monddoodheid,
                            nu
met heel het gewicht van galopperend vlees
zichzelf het raam uit slaan.

Vertel
van waar je ’s nachts broden bakte
bij het licht van petroleumlantaarns
in ondergrondse ovens.

O, ovens,
mijn rokerige hemel, ik geloof
in wilde raftings van feromonen
        onzichtbaar
        en met gigantisch onwaarneembare gevolgen.

2023


Nogal wat opmerkingen van mijn lezers over al die aandacht voor het dierenleed. Ik zal dat blijven doen. En ik blijf erbij, lezer, dat jóuw afschuw over dierenleed – van het ploffen van kippen tot het kisten van kalveren en ga maar door – alleen maar geloofwaardig is als je zelf niet aan die waanzin bijdraagt. Dus stop per direct met het eten van álle dierlijke producten, verdiep je in geweldige vegetarische en veganistische keuken en verkondig je nieuwe geloof.

Heb ik een droom? Niet overdrijven, maar de rigoureuze stappen die wij zetten, dragen we over op onze dochters. En als die hun huisgenoten overtuigen en die hun vrienden… 
Ik denk echt dat mensen rond 2070 verbaasd opkijken als ze vernemen dat het vijftig jaar geleden héél normaal was: dieren mishandelen, vermoorden en opeten. En dat de groep met gewetensbezwaren in die jaren weliswaar groeide, maar dat dat vooral onder jongeren gold, terwijl het hun ouders bar weinig kon schelen hoe de toekomst van hun kinderen eruit zou zien. Wie dan niet leeft, wie nu niet zorgt.

Bovenstaand gedicht staat in literair tijdschrift De Gids (2023/2). Ik kies ervoor omdat ik geloof in […] gigantisch onwaarneembare gevolgen. 

Archief 2023