Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 50 - 186. Kees Stip: Beschuit

woensdag 14 december 2022

Ik open elke week een rol beschuit.
Wat je dan meemaakt zul je niet geloven:
de tekst rechtop, maar haal je ze eruit
dan liggen ze geheid ondersteboven.

Nou ja, geheid, geheid natuurlijk niet.
De beste spreker zegt nog altijd zeer veel
wat aanleiding tot misverstanden biedt.
Was er geheid dan hadden we paneermeel.

Maar aan die rol beschuiten op hun kop
zie je als dichter wat je hebt te vrezen:
al houden ze je bundeltje rechtop
dat zegt nog niet dat ze het kunnen lezen.

2022

 
Na de sonnetten komen de korte verzen, net zoals de Verzen van Trijntje Fop in alfabetische volgorde.  Ook daaruit een keuze. Ik kies voor twee B's en een N.

Bond

De bond voor geboortebestrijding
kwam krachten tekort in de leiding.
Een dame sprak toen:
‘Ik wil het wel doen,
maar ik ben in verwachte verblijding.’


Het nawoord in de bundel is van Ivo de Wijs. Enkele citaten uit Kees en ik:
In de jaren tachtig waren voorleesavonden van lichte dichters in de mode. Jonge snuiters als Jan Boerstoel, Driek van Wissen, Jean Pierre Rawie, Simon Knepper en ik, droegen voor. Drs. P zat aan de piano en zong. Soms nodigden we een coryfee uit: Annie M.G. Schmidt of Nico Scheepmaker. Eigenlijk vonden we dat ook Kees Stip eens mee moest doen, maar niemand wist waar hij uithing. De Groningers Rawie en Van Wissen zochten het uit: Stip woonde in Laudermarke, een gehucht bij Sellingen, ergens achter Ter Apel, niet ver van de grens met Duitsland. En o ja, Kees wilde graag komen voorlezen.
Memorabele avonden. Kees Stip bleek helemaal niet zo oud te zijn en nog auto te rijden. Hij verscheen steevast met zijn vrouw Katja en met de hond Molly, alias Mollepopje. En hij las – soms wat haastig, vaker heel trefzeker – zijn diergedichten en sonnetten voor. Wij gloeiden aanvankelijk van ontzag, maar Kees en Katja braken het ijs en sloegen een brug. ‘Jullie moeten eens naar Sellingen komen’, riepen ze regelmatig. […]

De pelgrimages naar de zuidpunt van de provincie Groningen werden een kleine traditie. Het reisgezelschap bestond uit Drs. P, Jan Boerstoel en ondergetekende. Ook Midas Dekkers en Pieter Nieuwint gingen af en toe mee. Drie en Jean Pierre kwamen uit Groningen-stad. Kees Stip onthaalde ons op krentenbollen met rookvlees. Kees had eens gezien hoe Prins Hendrik zijn tanden in een krentenbol met rookvlees zette en daaruit geconcludeerd dat het hier om een culinaire attractie voor hooggeplaatste lieden moest gaan. Eén keer wisten we Kees over te halen een stukje op zijn viool te spelen. ’s Middags verhuisde het gezelschap naar een bevallig houten prieeltje, waar Kees witte port offreerde. Daar ging de conversatie steevast over de Nederlandse letterkunde. Kees Stip kende karrevrachten gedichten uit zijn hoofd. Van Hebban olle vogala tot Oote oote oote boe. Soms vertelde hij over schrijvers die hij gekend had of over de nieuwe projecten die Katja (Katja vertaalde en schreef kinderboeken) en hij op stapel hadden staan. […]

Toen Katja kwam te sterven, ging het bergaf met Kees. Hij schreef nauwelijks meer en wat hij schreef, was somber van toon. Zijn huishouden ontbeerde een zorgende hand. Toen we weer eens bij hem aangingen, schrokken we van de rommel. De krentenbollen lagen in het stof. Drs. P kreeg de pianoklep nauwelijks meer open. Gelukkig kwam er hulp. Aleid Braam, weduwe van de huisarts van de Stippen, trok zich Kees’ lot aan en zette de ramen van zijn huis open. Ook dichteres Patty Scholten deed haar best om Kees’ leven weer wat zin en structuur te geven. 
In 2001 stierf de beste plezierdichter van de twintigste eeuw. Hij werd op 2 juli 2001 in Emmen gecremeerd.

Ten slotte. Eind 2021 was ik op de televisie te gast bij Matthijs van Nieuwkerk. Matthijs begon onverhoeds over Kees Stip. Ik vertelde dat ik het betreurde dat er van de fameuze dichter niets meer in de boekwinkels te vinden was. Een dag na de uitzending werd ik opgebeld door oud-uitgever Vic van de Reijt die meende dat een nieuwe bloemlezing uit de rijke werken van Kees Stip goed zou passen in de reeks Gedundrukt van Van Oorschot. Dat vond Uitgeverij Van Oorschot ook. Ik kreeg het verzoek om een gedundrukte, puntgave Stip te maken. En u ziet het: ik heb het gedáán, samen met Jaap Bakker. 

Nihil obstat [*]

Gedichtjes maken vind ik altijd aardig
vooral voor iemand die er iets van kan.
Het houdt je dichtslagader dichtslagvaardig
en krijg je er niets voor, dan toch niets van!

[*] Niets staat in de weg

Archief 2022