Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 29 - 80. Stijn De Paepe: Ga weg

woensdag 20 juli 2022

Ik had gedacht de honderd net te halen,
rollatorloos en in gestrekte draf.
Ik wou nog een miljoen gedichten af.
Musea wachtten. En theaterzalen.

Ik wilde nog oneindig vele malen
verwijlen waar ik mij het liefst begaf.
Ik fietste fluitend tussen wieg en graf,
de voeten geen moment op de pedalen.

Helaas. Daar is ineens de eindigheid
die plotsklaps als een nietsontziende tanker
de gevel sloopt, de kamer binnenrijdt.

Het leven gaat genadeloos voor anker,
gehoorzaam aan de grillen van de tijd.
Ga weg, gezwinde grijsaard. Met je kanker.

2021


Als tanker rijmt op anker en kanker, heb je met een Vlaming vandoen! 

Met bovenstaand sonnet bracht de Vlaamse dichter Stijn De Paepe zijn lezers het onheilsnieuws over zijn aanstaande dood. Hij overleed 22 februari jl. op pas 42-jarige leeftijd. Een jaar eerder was kanker aan de dunnedarm – een zeldzame en agressieve vorm – bij hem gediagnosticeerd, maar na een zware operatie, waarbij twee tumoren werden weggehaald, bleken er toch al te veel uitzaaiingen naar het buikvlies en de lever. 

In een interview met De Morgen, minder dan twee maanden voor zijn dood, zei Stijn De Paepe:
Mijn gezin baart mij het meeste zorgen. Dat ik er niet lang meer ga zijn: als ik daar lang over zou nadenken, zou ik in de put zitten. Maar ik zie het vooral in de ogen van Wendy (zijn vrouw, FV) en Rosalie en Marie-Lou (zijn dochters, FV): hun zorgen als ik veel pijn heb. Of als de oudste in haar bed ligt te wenen dat papa niet meer zal genezen. Daar heb ik hartzeer van.
Dat ik er niet meer zal zijn, zo erg vind ik dat niet, maar voor hen vind ik dat wel heel erg. Daar heb ik veel last van: spijt dat mijn tijd zo snel is opgeraakt. […]
Veel mensen willen mijn dochters opvangen, omdat ik het dan rustiger zou hebben. Maar ik heb net graag dat ze hier zijn en lawaai maken en op mijn schoot komen zitten. Ook al ben ik moe: ik weet dat ik dit geen tien jaar meer zal meemaken. Al speelt dat gelukkig niet constant door mijn hoofd. Ik geniet er gewoon van dat ze er zijn, hoe ze voor mij zorgen. Ik probeer ook niet te blokkeren als ze over later babbelen: ‘Als ik twaalf ben ga ik dit…’ […]
Tegelijk zie ik wat mijn ziek zijn doet met Wendy, die slecht slaapt en veel piekert. Zij zal het wel ontkennen maar zij moet veel meer beredderen terwijl ik hier gewoon ziek kan zijn. Wij zijn al heel lang samen, van ons vijftien, met een jaartje tussen. Wij waren perfect op elkaar ingespeeld en dat is weg: ik moet veel uit handen geven, ik verlies zelfstandigheid. Zij doet dat met alle liefde, maar ik zou haar zo graag nog willen helpen.



Beeld: Michiel Hendryckx

Afgedrukt met vriendelijke toestemming van de fotograaf



Tijdens zijn ziekte – ook die laatste maanden – is Stijn De Paepe, die ook docent Nederlands was in Gent, zijn gedichten blijven schrijven voor De Morgen. Vanaf september 2016 tot kort voor zijn dood publiceerde hij, onder de titel Dagvers, dagelijks een kort gedicht dat een nieuwsfeit becommentarieerde. Het werden er in totaal 1.425. Dit najaar verschijnt een selectie daaruit in druk.

Het is vandaag alweer 148 dagen dat hij zich niet meer laat lezen. De komende dagen sta ik bij zijn werk stil.

Wordt vervolgd.

Archief 2022