Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 10 - 67. Marieke Lucas Rijneveld: Alles...

maandag 08 maart 2021

Alles bewoonbaar

Nooit het verzet kwijtgeraakt, het oergewoel in lief en leed,
of toegegeven aan de kanselpreek, aan Het Woord over wat
goed of fout, nooit te lui geweest om op te staan, om tegen
alle bullebakken in te gaan en met geheven vuisten de
hokjesgeest bevechten, tegen de rellen in je hoofd van het

niet-weten, om de onmacht met het stierenrood in je ogen te
temperen, of met rotsentrots altijd je eigen zin te verkondigen,
toe te kijken hoe iemand tot moes en het laatste restje
waardigheid te zien wegsijpelen, je bent tegen schedelmeten,
tegen knechtschap, tegen alle hoekigheid van de mens.

Nooit het verzet kwijtgeraakt, de kiem van de ontworsteling,
je afkomst draagt een rouwkleed, je afkomst had gelukkig
een vluchtstrook, niet dat je over alles mee kunt praten,
dat je altijd ziet hoe het gras aan de andere kant soms
dor en minder groen – het gaat erom dat je je kunt

verplaatsen, dat je de verdrietzee achter andermans ogen
ziet liggen, de woekerwoede van heb-ik-jou-daar,
je wilt zeggen dat je misschien niet alles begrijpt, dat je vast
nooit helemaal de geraakte snaar vindt, maar dat je het
wel voelt, ja, je voelt het, ook al is het verschil duimbreed.

Nooit het verzet kwijtgeraakt, en toch inzien wanneer 
het niet jouw plek is, wanneer je moet knielen voor een gedicht
omdat een ander het beter bewoonbaar maakt, niet uit onwil,
niet uit verslagenheid, maar omdat je weet dat er zoveel
ongelijkheid, dat er nog steeds mensen achtergesteld,

jij wilt juist verbroedering, je wilt één vuist, en wellicht is je hand
nu nog niet krachtig genoeg, of moet je eerst die van de ander
vastpakken om te verzoenen, moet je daadwerkelijk de hoop voelen
dat je iets doet wat de wereld zal verbeteren, al moet je dit niet
vergeten: kom na het knielen weer overeind en recht samen de rug.

2021


Vandaag (zaterdag 6 maart) reageert Marieke Lucas Rijneveld met bovenstaand gedicht op de commotie die is ontstaan nadat haar uitgeverij bekend maakte dat zij het werk van Amanda Gorman gaat vertalen (lees ook hier en hier). Het verscheen gelijktijdig in de Volkskrant, The Guardian, De Standaard, de Frankfurter Allgemeine en het Franse Marianne.
Als gevolg van die kritiek gaf zij de opdracht terug. Helaas. Overigens ook tot teleurstelling van Gorman zelf, die zeer was ingenomen met de keuze van de Nederlandse winnares van de International Booker Prize.

Wilma de Rek, chef boeken van de Volkskrant, schreef er vorige week (28 februari) over en slaat de spijker op de kop. Een paar citaten:

Misschien zullen ze bij het horen van dat nieuws even hebben geglimlacht, omdat ze zich herinnerden dat Marieke Lucas Rijneveld [...] in een interview met de Volkskrant zei dat haar Engels vrij matig is - ze grapte dat ze zich een beetje de Louis van Gaal van de Nederlandse letteren voelde - en dat ze zo blij was met haar vertaalster Michele Hutchison. Kan iemand die het Engels niet tot in de puntjes beheerst The Hill We Climb vertalen? Ach jawel, het is geen heel ingewikkeld gedicht en Rijneveld zal bovendien het nummer van Michele Hutchison nog wel in haar telefoon hebben. Het echte werk zit hem erin dat van die naar het Nederlands overgezette woordjes vervolgens opnieuw poëzie moet worden gemaakt, swingende, pakkende, aansprekende poëzie. En daar is Marieke Lucas Rijneveld, winnaar van de C. Buddingh’-prijs voor haar poëziedebuut Kalfsvlies en van de Ida Gerhardt Poëzieprijs voor haar tweede bundel Fantoommerrie, toevallig een meester in. 

Leuk, zullen die mensen hebben gedacht, en ze namen zich voor het boekje eind maart te kopen. Daarna gingen ze weer verder met hun normale leven. Tot ze vrijdagmiddag opeens vernamen dat Marieke Lucas Rijneveld vanwege de ontstane commotie de vertaalopdracht heeft teruggegeven.

Er is wel vaker sprake van commotie die mensen met een normaal leven ontgaat. Commotie die zich afspeelt in een wereld die voornamelijk uit schermpjes bestaat, waarachter een klein groepje kwaaiige types elkaar zit op te stoken. Het gaat mis als de echte wereld de schermpjeswereld groot maakt. Dat gebeurt vaak, zo ook vrijdag, toen mode-activiste Janice Deul van de opinieredactie van deze krant een hele pagina kreeg om uit te leggen waarom Marieke Lucas Rijneveld het werk van Amanda Gorman niet mag vertalen. Wat tot dan geneuzel in de marge van de social media was, werd ineens een serieuze vraag: kan een non-binair iemand met een lichte huidskleur een gedicht vertalen van een binair iemand met een donkere huidskleur?

Op die vraag kun je allerlei antwoorden geven; ‘ja’ lijkt mij het meest voor de hand liggende. Als Amanda Gorman was gevraagd het werk van Marieke Lucas Rijneveld te vertalen en iemand had geroepen dat zij daar niet toe in staat was omdat ze zwart is, zou de wereld te klein zijn. En terecht. Wie mensen reduceert tot lid van een groep op basis van hun huidskleur of gender, doet aan racisme en discriminatie.

Mensen zijn ingewikkelde wezens, allemaal met een iets andere kleur, sekse en geaardheid. Die kleur, sekse en geaardheid maken deel uit van hun identiteit, maar zijn er niet bepalend voor. Eeuwenlang werden ze wél bepalend gevonden, met gruwelijke gevolgen als slavernij, vrouwenmishandeling, onderdrukking van homo’s, noem de hele riedel maar op. Dat daarover fel wordt gedebatteerd, is volkomen terecht. Maar het doel van dat debat zou overbrugging van uiterlijke verschillen tussen mensen moeten zijn, niet benadrukking ervan. ‘We close the divide because we know, to put our future first, we must first put our differences aside’,schrijft Amanda Gorman: We dichten de kloof, omdat we weten dat we, om onze toekomst voorop te kunnen zetten, eerst onze verschillen moeten overwinnen.

Literatuur gaat altijd over je verplaatsen in een ander. Het is er de kern van. Alle schrijvers mogen over alle onderwerpen schrijven. En de producten van hun verbeeldingskracht mogen door alle vertalers worden omgezet in een andere taal. Wie daaraan tornt, is gevaarlijk bezig.

Archief 2021