Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 7 - 49. Anna van der Aar de Sterke: De tweede...

donderdag 18 februari 2021

De tweede verjaring van het vriendschapkweekende gezelchap onder de spreuk 
die erg denkt, vaart erg in ’t hart


Schoon zeer ongeschikt tot zingen; k heb nogtans de lier gesnaard
Ben verheugd, en wel met rede deze vriendenkring verjaard
Wat genoegen, hartvriendinne! heden is het reeds twee jaar,
Dat we in ongestoorde vriendschap weeklyks komen by elkaar,
Ik kan meenigmaal verlangen na die blyde zaterdag
Wyl men met vermaak en stichting leerzaam boerte paren mag
Lange bloeie dit gezelchap; dat ons vry doet zyn van smart
Onze zinspreuk wordt bevestigt, Die erg denkt vaart erg in ’t hart.
Gund my nog een woord te spreken; eer ik myne reen besluit
Wyl een lid van dit gezelchap, hier verschynt als Stoplaars bruidt.
S’hemels gunst wil haar verzellen, in dien staat waar in zy treed
Ga het altoos na myn wenschen dan ontmoet haar nimmer leed
Dan blijft ze aan deze saamning denke schoon zy spoedig van ons scheidt
Dan zien wy ons meenigmaale, door een vers van haar verbleidt.

1784


Derdejaars studente Nederlands in Leiden, Evi Dijcks (20 jaar), wilde een scriptie schrijven over de gedichten van Anna van der Aar de Sterke (1755-1831). Tijdens het lezen van die achttiende-eeuwse gedichten in de Universiteitsbibliotheek kwam Dijcks de naam van een literair genootschap tegen: Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart. Betekenis: wie diep nadenkt, gaat ook diep het hart in. Opgericht in 1782. Wat Dijcks opviel, zoals in de tekst hierboven: alleen maar vrouwelijke aanspreekvormen. Betrof het hier een vrouwelijk genootschap? En dan meteen het oudste in de Nederlandse letterkunde, waar dichten in verenigingsverband tot ver in de negentiende eeuw immers vooral een mannelijke aangelegenheid was? Ja dus.

Van Anna van der Aar de Sterke bevinden zich in de Universiteitsbibliotheek twee manuscripten met in totaal 180 gedichten. Daarvan zijn er 26 voor het genootschap geschreven. Zoals het bovenstaande, met de wens het aangename en nuttige (vermaak en stichting) met vertier (boerte) te paren. 






Anna van der Aar de Sterke kwam uit een welgesteld milieu, ze was jonkvrouw. Ze was eerder, al op 19-jarige leeftijd, het eerste vrouwelijk lid van een Leids literair genootschap. Daar moest ze wel contributie betalen en zij mocht gedichten inzenden, maar op de voordrachtsavonden bleef de dichtersdeur dicht; die bijeenkomsten waren en bleven een mannenaangelegenheid. En dus besloot zij, geheel volgens de zich op dat moment ontwikkelende emancipatorische vooruitgang, met een eigen genootschap te komen. Het bestond uit veertien vrouwen, die elkaar elke zaterdag ontmoetten, steeds bij een van de andere leden. Ze hebbenin die week nieuw werk geschreven dat ze dan voordragen en dat de anderen mogen becommentariëren:

Nog naauwlyks ’t huis gekeerd, heb ik uw dicht herlezen: 
Dan ’k bloos, wanneer ik zie hoe sterk ge van my spreekt; 
Waartoe my in uw vers, zoo veel, zoo hoog geprezen? 
My, wien het ware schoon der Poezye ontbreekt.”


Het zijn vooral gelegenheidsgedichten, geschreven naar aanleiding van een verjaardag, geboorte, overlijden of huwelijk:

Zoo zoo ziet men ’t kan verkeeren
Haartlyk zal ons Suse leeren
Dat een blyden echtenstaat
De eensaamheid te boven gaat.


Daarmee niet hoog van literair karakter, want wie niet diep hoeft na te denken, gaat ook niet diep het hart in.

Wat een vondst van die jonge Leidse studente! Daarom daarvan in deze rubriek akte. 


Archief 2021