Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 38 - 138. Marieke Lucas Rijneveld: Als het je...

donderdag 24 september 2020

Als het je overkomt

Hoe ga je naar bed als je net een schaap hebt overreden, trillend op de
bedrand je koude handen als rauwe sukadelappen op je ogen, haar hand

tot halve sinaasappel gevormd die zwaar op je knie drukt, heen en weer
beweegt om alles uit te persen wat je is overkomen maar vergeet niet de snelheid

van het praten, zonder pauzes blijft alles vacuüm, heeft verdriet weinig kans
ertussen te komen. Begin alsjeblieft over wijn denk je nog, over hoe de kinderen

opgroeien en al die klaprozen roekeloos openspringen maar haar hoofd is al
tijden een autocue, je weet wat je moet zeggen om haar gerust te stellen:

mooi weer spelen heeft meer met regen te maken en het regent alsof we de zon
ooit bedacht hebben. Je loopt rondjes door de slaapkamer om je gedachten als een

armband in elkaar te kunnen klikken, wast je handen keer op keer en kijkt ernaar om
de zuiverheid te testen, het lichaam sissend als een verroeste barbecue.

Ze zegt dat er glazen en een wijnfles in het nachtkastje staan, nog van de vorige keer
dat je bevend en al dat bloed. Na twee glazen valt ze uit, krimp je ineen onder de lakens

als het schaap onder je autobanden, denk je aan alles wat ooit sneuvelde en een klap
met zich meebracht, je draagt dat met je mee tot je hart in een graf verandert, je hoofd

als een granieten steen erbovenop, eindelijk tot rust gekomen huil je wijn totdat het
niet meer om het schaap gaat maar om wie de bestuurder troost, jij arme, dwaze hond. 

2015






Geweldig toch dat het haar overkwam: Marieke Lucas Rijneveld won, als eerste Nederlandse auteur ooit, de prestigieuze International Booker Prize, de prijs voor in het Engels vertaalde literatuur. Dit voor The Discomfort of Evening, de Engelse vertaling van De avond is ongemak, haar romandebuut uit 2018. Het achterplat:

De avond is ongemak is het schrijnende verhaal van een gereformeerd boerengezin dat wordt getroffen door de dood van een kind. Door de ogen van Jas, die zich ophoudt in het niemandsland tussen kindertijd en volwassenheid, zien we hoe de familieleden elk op hun eigen manier omgaan met het verlies. Vader en moeder zijn volledig verlamd door verdriet en zien niet hoe Jas en haar zusje Hanna en haar broer Obbe ondertussen langzaam ontsporen.
Het is een verbluffend romandebuut dat is doortrokken van seksualiteit, geloof en de smerigheid van het bestaan.






Pas 29 jaar is Rijneveld, maar zij staat nu al in een rij met beroemde auteurs als David Grossman, Philip Roth en Olga Tokarczuk. Bovendien: er staan pas drie uitgaven achter haar naam: de bekroonde roman en de dichtbundels Kalfsvlies (2015), onderscheiden met de C. Buddingh’-prijs voor het beste poëziedebuut, en Fantoommerrie (2019), bekroond met de Ida Gerhardt-poëzieprijs.

 


Bijzondere dame: wilde als kind graag een jongen zijn en verzon een imaginaire vriend die zij Lucas noemde. Op de middelbare school accepteerden haar leeftijdsgenoten niet dat zij zich jongensachtig gedroeg en om het pesten tegen te gaan, paste zij zich noodgedwongen aan. Maar sinds haar negentiende draagt zij genderneutrale en contrasterende kleding (want pakken en stropdassen) en voegde zij de (geuzen)naam van die fantasievriend aan haar naam toe: Marieke Lucas Rijneveld. Als ‘tussenmens’ – Ik voel me zowel jongen als meisje – werkt zij twee dagen in de week op een melkveebedrijf en schrijft zij proza en poëzie. Dat zij beide prachtberoepen mag blijven uitoefenen!

Als buiging vandaag twee gedichten van haar hand, hierboven uit haar debuut Kalfsvlies en hieronder uit Fantoommerrie. En in deze rubriek was zij natuurlijk al vaker te gast: zie hier en hier en hier en (binnen een grotere rubriek) hier.


Kindertelefoon

Problemen zijn net taxushagen, zei de man aan de lijn, die moet je
snoeien voordat ze je boven het hoofd groeien. En ik zag hem voor
me met de heggenschaar in de hand, klaar voor de slag, ik voelde
de tranen in mijn oogkassen branden: hij was de tuinman van mijn

angsten. Alles wat overwoekert, is onkruid, probeerde daarom met iets
kleins te beginnen, over dat ik graag een kat of anders een cavia zou
willen, iets wat ik kan aaien als mijn hand de warmte van een lichaam
zoekt, dat ik soms zo slis dat niemand me wil verstaan, alsof ik in de

woestijn sta en roep om een glas water. Behalve als ik scheld met homo,
enkel om te verbloemen dat ik zelf stiekem van jongens met krullen houd,
nachtenlang voetbal ik met ze en denk aan tongen. Verdriet zit vaak in
het wroeten in de aarde terwijl je er eigenlijk iets hoort te zaaien.

Ik liet een stilte vallen, dacht na over hoe ik gisteren iemand op het
schoolplein in zijn buik trapte, gewoon uit verveling, daar krijg je losse
benen van, niets aan te doen. Nu ben ik geschorst, zit op mijn kamer met
het verlangen naar een kat of cavia, een jongen met krullen. En zoveel

vragen meneer de tuinman: waarom ben ik eigenlijk op aarde? Waarom
zitten er gaten in donuts? Waarom raken slakken nooit in de war van hun
tweeslachtigheid? Waarom ben ik zo snel boos? Ik ben net als Mario uit
het computerspel: als ik ergens tegenaan loop word ik een kopje kleiner.

Soms fluister ik in bed tegen mezelf alles wat ik ooit tegen een ander
zei: Loser. Huilebalk. Homo. Apenkop. Halvegare. En dan wil ik het
liefst dood. Waar het begon? Op een dag zat ik in de klas, keek naar
mijn lievelings-Disneytrui en dacht: ben ik hier niet te oud voor? Ineens

kriebelde hij aan alle kanten, leek hij gekrompen en zonder het te
beseffen, was ik uit het kind gegroeid, uit mezelf. Ik had niet eens
de kans om afscheid te nemen. Vanaf toen schreef ik niet meer binnen de
lijntjes en werd ik een hanenpoot, schots en scheef sta ik in de wereld.

2019

Archief 2020