Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 35 - 118. Froukje van der Ploeg: Onthoud dat...

vrijdag 04 september 2020

Onthoud dat:

Het niet gaat regenen als je een paraplu meeneemt
het pluisje van je jas op de grond 24 nullen aan quarks bevat
je je sleutels net nog had
als de zon dooft je dat pas 8,21 minuten later ziet
je dikke sokken aan moet doen bij herdenkingen en begrafenissen
          omdat sterfkou van onderaf omhoog trekt
de Q en de A op een Frans toetsenbord ergers anders staan
het bericht een uur na middernacht van betekenis verandert als
          het ochtend is
als een andere aarde in een ver sterrenstelsel naar ons kijkt ze
          nog holbewoners of dinosaurussen zien

de akte van berusting met een andere pen wordt getekend dan de
          huwelijksakte
je in slaap valt als je de krant gaat lezen in bed
we zijn ontstaan omdat het ’s nachts donker is
bomen ook kraken wanneer ze vallen als er niemand bij is
je niet elke stilte hoeft op te vullen
in bed de beste ideeën ontstaan
de laatste pont op maandag eerder vertrekt dan op vrijdag
de oerknal de stopwatch aanzette
het kattenvoer altijd op is als de winkels dicht zijn
kinderen opvoeden vooral bestaat uit eten geven

we niet zien wat meer dan 14 miljard jaar van ons afstaat
de gloed van een orgasme niet afzwakt met je leeftijd
uitdijen steeds meer ruimte maakt
Kalasjnikov liever een grasmaaier had uitgevonden
alles van ons wegvliegt op een regelmatige manier
je delen van je karakter uitvergroot die het beste uitkomen
die roze sokken in je zomerslaapzak op zolder liggen
als je in een rechte lijn van Amsterdam naar Arnhem rijdt je
          halverwege 25 meter onder de grond zit
je ook zonder drop kan rijden maar je dan wel de hele weg aan drop denkt

2020


Het is 27 maart en 29 april 2017 als ik beloof nog verder in te gaan op de Lieve Imke-gedichten uit de tweede en derde bundel van Froukje van der Ploeg (1974). Het is er niet van gekomen, constateer ik nu ik Lieve Imke - de persoon aan wie zij haar dagboeknotities schrijft, zoals Lieve Kitty bij Anne Frank? - weer verschillende keren tegenkom in haar zojuist verschenen nieuwe bundel, getiteld Nachtvangst.





In het bovenstaande gedicht, uit de eerste afdeling (van vijf), staat veel verwonderlijks, zoals situaties waarin de lezer zich herkent of waarover hij zich verwondert of waarvan hij zich afvraagt waarom zo’n constatering of wetenswaardigheid in de dichteres opkomt. Precies wat poëzie in het algemeen bij lezers bewerkstelligt en in het bijzonder als die geschreven is rond emotionele thema’s die ons dagelijks in hun greep houden, zoals de raadsels van relaties: tussen geliefden en ex-geliefden, minnaars, vrienden, ouders en kinderen, die kinderen met weer hun kinderen… Dáárover gaat het steeds in de autobiografische poëzie van Froukje van der Ploeg, dus ook weer in Nachtvangst, in mijn ogen opnieuw een lyrische roman. En wederom een bijzonder boeiende.


Wordt vervolgd.

Archief 2020