Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 41 - 290. Koen Stassijns: Toen ik nog... (2)

donderdag 17 oktober 2019

Vervolg van gisteren.





TOEN IK NOG EEN JONGEN WAS
   2

Ik was

Ik was een mooie lieve jongen. De lente had
me aangelikt. Een wolk verwijlde voor de zon
die een volzin van een lach in mijn ogen schreef.
Ik zag het onheil niet dat op me af kwam zeilen.

Ik zong de nachtegalen na. Tot op de dag
dat Hij zijn hand tussen mijn benen stak en ik
van angst verstijfde. Terwijl het geloof, dat God
van mooie lieve jongens hield, voor altijd brak.

Veel ging teloor. Door elke nacht sloop nu een hand.
Een wacht marcheerde naast mijn slapen, op en neer.
Ik sliep niet meer, woog mijn verdriet, wou dood omdat
Heer Jezus aan vuile jongens geen schild meer bood.

Ik was een mooie lieve jongen. De zomer hief
de loftrompet, de vruchten rijpten aan hun tak.
Ik vatte moed en stak een dagge in mijn hart
maar vond geen onderdak, daar in het jongensgraf.

2019


Morgen verder.

Archief 2019