Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 25 - 176. Judith Herzberg: Rijgdraad

dinsdag 25 juni 2019

Ik ben degene niet meer die het zich herinnert
ik ben degene die het overkwam.

Ik ben degene niet meer die het overkwam
ik ben degene die het zich niet meer herinnert.

Ik ben degene die het zich herinnert
maar niet degene die het overkwam.

1996


Joke van Leeuwen:
Toen Ilja Leonard Pfeijffer zijn dikke bloemlezing publiceerde, zei hij in de NRC dat hij geen enkel gedicht van Judith Herzberg goed genoeg vond om op te nemen. In 2018 bleek de jury van de Prijs der Nederlandse Letteren daar anders over te denken. Ze ontving deze erkenning voor haar hele oeuvre, dat oor een flink deel uit misleidend toegankelijk ogende, nooit eenduidige poëzie bestaat, met tragische of melancholische ondertoon, en soms ronduit speels en humoristisch. Ik herinner me hoe het publiek tijdens een Nacht van de Poëzie in het Utrechtse Vredenburg in een collectieve lachstuip raakte toen ze met de juist timing haar ‘Het wachten op de bus’ voorlas. (Van Leeuwen bedoelt Het wachten op de halte, FV)
Het gedicht dat ik uitkoos is compact, zit als een muziekje in elkaar en geeft zijn betekenissen niet zomaar prijs. Je hebt geen lappen tekst nodig om heel veel te zeggen of te suggereren. Licht en donker zijn in evenwicht.  En nergens is er in haar doorleefde werk iets te bespeuren van wat ik zelfpronk pleeg te noemen. Dit korte gedicht is als een rituele tekst, met een ‘ik’, die veel meer mensen omspant dan het woord veronderstelt. 

Voor toelichting: lees hier.

Archief 2019