Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 21 - 147. Annie M.G. Schmidt: De eendjes

maandag 27 mei 2019

Kom, zeiden vanmorgen de eendjes ontroerd,
dat jongetje heeft ons zo dikwijls gevoerd,
we doen het nu anders, we draaien het om.
Nu gaan we het jongetje voeren. Kom!

Ze kochten wat boter, ze kochten wat brood,
ze hadden ook ieder een mand aan hun poot,
ze kochten wat muisjes en toen nog wat sjem,
en gingen naar ’t jongetje toe met de tram.

Het jongetje wou net de voordeur uitgaan,
toen hij daar op straat twintig eendjes zag staan.
Dag, jongetje, zeiden ze, ga maar naar binnen.
We komen je voeren; we gaan zo beginnen.

Toen moest hij gaan zitten. Hij kreeg een servet.
Ze sneden het brood en ze smeerden het vet.
Ze gaven hem stukjes van ’t brood om de beurt,
met sjem (appel-bessen) en muisjes (gekleurd).

Hè, zeiden de eendjes, wat leuk is dat nou,
je hebt ons gevoerd, nu voeren we jou.
Zo, zeiden de eendjes, nou heb je genoeg.
Kom jij eens ’n keer weer bij ons, ’s morgens vroeg?

1957


Voor toelichting: lees hier.

Archief 2019