Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 20 - 143. Michel van der Plas: Op losse schroeven

donderdag 23 mei 2019

[Beluister hier.]

Het stond al eeuwenlang in dikke boeken,
al hield je twijfels en al bleef je zoeken
toch leefde je niet zomaar op de tast:
bepaalde dingen stonden voor je vast.
Maar als je in de buurt komt van je graf,
dan nemen ze je zelfs dat nog af
Lieve Marie, ik voel me zo verloren,
en ik weet niet eens meer of je me kunt horen,
maar ik moet het kwijt, want ik geloof, ik zie
dat we genept zijn, jij en ik, Marie.
Ik hoorde een preek vanmorgen in de mis
over de hemel, wat dat eigenlijk is.
En van die preek, Marie, 
ben ik van streek, Marie;
het ging over later, waar de mensen later bleven.
Dat is vandaag, Marie,
een open vraag, Marie;
er rijzen steeds meer vragen over het eeuwig leven.

En ik mijn hele leven maar geloven
aan iets hierna, nou ja, aan iets hierboven,
dat je verdienen moest, dat komen zou
voor ieder schepsel dat er komen wou
na alle ellende, rotzooi en verdriet.
Lieve Marie, die man die zei van niet.
Die man – en het was beslist geen slechte spreker –, 
die stelde heel de hemel op onzeker.
Het woord ‘hiernamaals’ valt en ik zie meteen
jou weer terug met engelen om je heen:
daar komt zo'n dominee of kapelaan
en god, ik heb geen grond om op te staan.
En ik had gedacht, Marie,
stiekem verwacht, Marie,
dat ik hierna – hoe noem je dat ook weer? – zou proeven…
Eeuwig geluk Marie, 
maar dat is stuk, Marie;
daar komt zo’n man en zet de zaak op losse schroeven

Lieve Marie, kun je geen teken geven – 
het hoeft maar klein te zijn; het hoeft maar even –,
dat ik… – nou ja, dat jij… – nou ja, dat God…
Je wilt wat zekerheid over je lot;
je wist wat vastigheid. En bovendien:
je zei toch, toen, dat ik je terug zou zien.
Want doodgaan hield niet in, in vroeger tijden,
voor eeuwig van elkaar te moeten scheiden:
je rekende op Onze-Lieve-Heer.
Is die nou dood? Ben jij er ook niet meer?
Wat moet ik nou? Ik sta volkomen bloot;
de lucht is leeg, mijn engelen zijn dood…
En zonder jou, Marie, 
denk ik: wat nou, Marie,
zijn dat de dingen die ze vroeger nog niet wisten?
Of leef je toch, Marie,
want ik hoor nog, Marie,
jouw stem die zegt: ‘Kop op, wij laten ons niet kisten!’ 

1971


Voor toelichting: lees hier.

 

Archief 2019