Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 18 - 130. Kommil Foo: Potvis

vrijdag 10 mei 2019

[Kijk en beluister hier.]

Ik zie je lopen over straat,
je wandelt zomaar over straat,
je stopt en blijft even voor een boekenwinkel staan.
Ik denk: zal ik wel of zal ik niet,
ga ik weg voor je me ziet 
of is het net beter om naar je toe te gaan?
En dan van: o, lang geleden en blablabla 
en al dat soort van beleefddoenerij.
Ik denk: laat maar, wat geweest is geweest 
en wat voorbij is onherroepelijk voorbij.

En dan plots, alsof je 't weet, 
alsof je 't voelt, 
zomaar ineens kijk je me aan.
Je ogen haken in de mijne,
te laat om te verdwijnen 
en als aan de grond genageld blijf ik staan.
Dus twee minuten later: een café, wij twee naar een café 
en inderdaad lang geleden, blablabla, en vooral niks aan de hand.
En dan vertel je van die potvis, die magistrale potvis, 
eenzaam stervend op het gure Noordzeestrand.

Ik denk alleen maar aan die winternacht,
toen je in mijn armen sliep
en hoe je van puur geluk zomaar
zonder kleren buiten de sneeuw in liep,
weerloos in de winterkou.
En dat ik nog elke dag,
nog elke veel te lange dag,
kapot ga zonder jou.

Je praat over de toestand van het klimaat,
het is volgens jou bijna te laat:
Kijk maar, zo'n potvis raakt compleet het noorden kwijt.
En over dringend en veranderen,
over nu en durven handelen,
over vijf voor twaalf,over de allerhoogste tijd. 
En ik kijk naar het bewegen van je mond,
je ogen, je handen – 
maar ik heb geen flauw benul meer waar het over gaat.
Ik zit daar als bevroren en jij die praat en praat en praat…

Ik denk alleen maar aan die winternacht,
toen je in mijn armen sliep
en hoe je van puur geluk zomaar 
zonder kleren buiten de sneeuw in liep,
weerloos in de winterkou.
En dat ik nog elke dag, 
nog elke veel te lange dag, 
kapot ga zonder jou.

2012


Dit logboek was een aanleiding, want het behandelt één kant van het lied. Maar het thema is natuurlijk een ander onderwerp: hèt thema in het werk van Kommil Foo . De voornaamste reden om Potvis nu op te nemen, is dat het lied onderdeel uitmaakt van Oogst, met het beste uit (ik citeer) dertig jaar onafgebroken maken en spelen. Hoog tijd dus om uit al dat moois een nieuwe voorstelling te destilleren. […] Hun mooiste liedjes en hun strafste verhalen.

Oogst ging onlangs in voorpremière en première in de Verkadefabriek en omdat ik de Vlaamse broers Mich en Raf Walschaerts als vrienden beschouw, is het een waar genoegen de mannen twee dagen bij je te weten. Bovendien is hun materiaal prachtig. 
 



Oogst bestaat dus uit hun mooiste liedjes en hun strafste verhalen, maar ik heb zoveel hoogtepunten gemist: Breekbaar lief was per toeval (want op verzoek) de toegift, maar Madrid, Trek je schoenen aan, Huis van fluweel en het verhaal van De oom uit Schoft waren er niet eens bij Met andere woorden: met hun mooiste liedjes en hun strafste verhalen hadden zij ook twee of drie totaal andere programma’s kunnen maken. Een groter compliment bestaat niet. 

Archief 2019