Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 10 - 71. Anneke Brassinga: Over leermeesters

dinsdag 12 maart 2019

Bewonderen kan ik alleen wat mij niet aangaat,
leren heb ik nooit geleerd. Maar liefde is goed

surrogaat – ik hou van de dode mus
en het olijke ijsblokje, ook van keihard getjilp

in de stille bomenstraat terwijl ik wegloop
tussen hoge huizen vol krullen en balkons – 

met Bach, Kant en met mijn mooie schoenen;
daags huldigend het tegenwoordige dat naamloos

huist in mij, in blauwe hyacint, in kruimels
op het tafelblad, in maan die haar bleek vuur

rooft van de zon, in zon. Zo ben ik kind
van Wallace Stevens – want hij schreef

‘ik hou van de metalen druiven, de bonkige
gebutste vormen van de peren en de kaas;

van het citroenlicht in het raam, de wilskracht
van de nerven, de barst dwars door het glas,

het vuile langs de vensterbank.’ Daar is het,
hier. En niets te leren; meester is wie zich vergeet.

2019


Vervolg van gisteren.

Archief 2019