Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 51 - Leo Vroman: Men klaagt soms

woensdag 26 december 2018

Men klaagt soms: “jullie zijn té samen”,
nou, niet in mijn gevoel.
Men klaagt soms: “al dat monogame,
moet U niet eens een andere dame?”
Niet in ons bed, en hoogstens in een stoel.
Wees niet jaloers op dit vervuld geluk:
hoe warmer het hart, hoe kouder moet het stuk,
en lekker sterven is dat niet ons doel?

Ook is het nutteloos je af te vragen
wat ons geheim, onze techniek mocht wezen.
Daar is geen sprake van verdringen en verdragen
maar een soort wriemelen van de nachten en de dagen
waar iedereen het hunne in mijn lezen,
in onze brieven, in ons werk in druk,
ja, in de critici en daarvan dat gepluk
en hoe wij dat al jaren niet meer vrezen.

Wat zij voor mij betekent:
dit en dat, vooral dat allemaal,
kan zo onmogelijk in redelijke taal
als in getallen worden uitgerekend,

zoals haar voettappen en hun verleden,
de toekomst van haar ware handen,
het zelfvoldane van haar ingewanden,
haar negentien manieren van verkleden.

Ik kijk naar haar
en zie haar naar mij kijken
alsof zij iets onthouden wil en daar-
door voel ik mijn tijd verstrijken
en heel vluchtig onze beide lijken
opgelucht naast elkaar

1995


Voor toelichting: lees hier.

Archief 2018