Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 50 - A. Marja: Portret van een dichter

vrijdag 21 december 2018



De rimpels onder de spaarzamer haren,
waarin zijn hand te dikwijls heeft gewoeld,
verraden dat hij nu al tal van jaren
zijn menselijk tekort heeft aangevoeld.

De mond te wulps, getraind steeds hen te sparen
wier lof hij oogst, herhaalt zulks onbedoeld;
de ogen zwemmen meer dan dat zij staren:
in beide heeft de roem de drift bekoeld.

Wel woelt de hand nog, maar het vers raakt vaster,
hij weet te goed: de klerk van het kadaster
bedreigt het ik, dat door zijn haren groeit.

“En zacht als katten op tapijten lopen”
sluipt hij ter kroeg en schroeft zijn vulpen open,
die, uit protest, slechts volks gesputter sproeit. 

1945


Voor toelichting: lees hier.



Archief 2018