Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 37 - Tom Lanoye: Lofzang op...

woensdag 19 september 2018

Lofzang op gedoemde jonge gasten

Welk klokgelui betaamt voor wie vergaan als dieren?
Alleen het monsterlijke woeden van mortieren.
Of neen, alleen de ratel van een mitraillette –
Geen mens raffelt zo schoon een laatste schietgebed.

Voor hen geen bel of toeters, krans of kerkhofblom.
Geen treurmuziek – tenzij stampij van die orkesten
Die slechts bestaan uit slagwerk van kartets en bom
En bugels, jankend over droevige gewesten.

Waar brandt hun kaars? De vlam die hun ten afscheid heet?
Niet in de hand van jonge broertjes. In hun ógen
Laat nooit het vuur dat hen gedenken zal zich doven.

De bleekheid van verloofdes dient hun lijk tot kleed.
Eén bloem: de tedere berusting der beminden.
En elke schemering: het luiken van de blinden.

2001


Oorspronkelijk van Wilfred Owen (1893-1918).
Voor toelichting zie hier. 

Archief 2018