Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 27 - Marlene van Niekerk: Olieflesje

dinsdag 10 juli 2018




Alles wat jij schildert is een talisman,
hier, kwart vol, een oliefles
op tafel met zijn schaduw op de muur.
als tweeling, aan elkaar gewaagd,
van niets en onbenulligheid, een paar, gemerkt
door contingenties van gebruik – 
een dagelijks gebruikte oude kurk,
bruine vlekken in de hals, een droesem
van onzuiverheid, de olie voor de kijker
in lukraak middaglicht verpakt en precies
vergeeld weerkaatst. Het bijschrift
met zijn aureool van roest is halfweg
in de wand blijven steken – een spijker
waaraan ooit iets hing, een zift,
een lap, een stilleven. 
 
2018


Gisteren een gedicht uit de afdeling Gezant van de mispels: gedichten bij schilderijen van Adriaen Coorte; vandaag bovenstaand gedicht uit de afdeling In de stille achterkamer: gedichten bij schilderijen van Jan Mankes. 
In de stille achterkamer is ook de titel van deze bundel van Marlene van Niekerk. Titel van het gedicht (dat ook op de voorkant prijkt): Olieflesje. Maar veel meer aandacht gaat natuurlijk uit naar die spijker waaraan ooit iets hing, een zift (zeef, vergiet), een lap, een stilleven. Of in het Zuid-Afrikaans:

’n spyker
ooit met iets, ’n sif, ’n lap,
’n stillewe behang.

Archief 2018