Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 25 - Peter Swanborn: Gebed

maandag 25 juni 2018

Kijk haar aan en wil niets liever 
dan zien wat zich niet laat zien,
horen wat ik niet kan horen. 

Pak haar hand en smeek: keer 
terug, doe open, geef antwoord, 
hou me voor de gek, doe alsof. 

Maar wie zwijgt, geeft niet op. 
Ze tilt haar arm, opent een oog. 
Alles is daar. Ik kan er niet bij. 

2009



Tot ook ik verwaai (2009) is een monument in 37 gedichten voor een dementerende moeder. Ik, zoon van een inmiddels gestorven moeder die dementeerde, ben er enorm van onder de indruk. Morgen het titelgedicht, vandaag nog een tweede keuze, getiteld Wandeling:

Naar buiten, zegt ze, ja graag, even 
een stukje lopen en dan wat nuttigen, 
cappuccino en bitterballen. Maar eerst 
naar de bramenstruik. Zijn ze al zwart? 

Na honderd meter schuifelen en steunen 
langs de vertrouwde rivier, de berm vol 
onbenoembare bloemen, klinkt angstig: 
jij weet waar we zijn, hè? 

Terug, van boom naar boom, wachtend 
tot weer op adem, is de gedachte aan 
bramen en bitterballen lang vervlogen.

Hier is de deur, de lift, de gang, eindelijk 
binnen, jas uit en dan de vraag: zeg,
ik zou zo graag even naar buiten.



Archief 2018