Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 23 - Peter Swanborn: Poste restante

donderdag 14 juni 2018

En nu vraag ik je, jij gelatene, jij koelbloedige
die het nodig vond om op een ochtend, weliswaar
door specialisten voorspeld, alsnog onverwacht en
te vroeg met onbekende bestemming te vertrekken

nu vraag ik je, en ik houd het kort, moet me haasten
wil ik de lichting van 18:00 uur halen, een extra zegel
voor de zekerheid, plus een blauwe voor de luchtpost, ik
zou niet willen dat dit schrijven retour kwam, te weinig

porto, adres onbekend, of dat het zou blijven liggen op
zo’n ouderwets postkantoor, een volgestapeld bureau, in
een gesloten map, een juten zak, of doodgewoon de afvalbak, nu

vraag ik je, jij enige, jij afwezige, zeg mij: wat moet ik doen
als ik op een doordeweekse avond midden in de kamer sta – 
twee vorken, twee messen, twee borden in mijn hand.

2018


Vijfde en laatste gedicht van Peter Swanborn. Ik draag het op aan Frits Spits.

Archief 2018