Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 21 - André van der Veeke: De poëzie grijpt in

dinsdag 29 mei 2018

Hersenen en hart onbemand
Niets kan de dichter redden

Doodsengelen
starten hun motoren al

Maar hij moet nog
een laatste hoek om

Dan grijpt de poëzie in
Het laatste woord verzet zich

Deze dienstplichtige van de poëzie,
deze letterknecht, mag niet dood

Hij moet nog jaren schrijven
en verschrikkelijk afzien

2017


André van der Veeke (Rotterdam, 1947) heeft honderd gedichten gekozen uit zeven bundels die tot nu toe van zijn hand verschenen.
Dat las ik op de achterkant van Dwangarbeider van de Poëzie, de verzamelbundel van een dichter die daarmee zijn zeventigste verjaardag viert. Zeventig jaar en (tussen 1992 en 2014) zeven bundels, maar ik kende hem niet.



Ooit noemde ik me voor de grap Dwangarbeider van de Poëzie. Dat deed ik naar aanleiding van een foto, een jeugdportret. Hij staat op de omslag van deze bundel. Met loodzware, Russische melancholie staar ik de wereld in. Er kan geen lachje af. Kwellingen, detentie, dwang – ik heb het allemaal meegemaakt, schijnt mijn blik te zeggen, Jaren later begreep ik dat mijn opmerking zo gek nog niet was, in ieder geval niet alleen grappig. […] Het begrip dwang was wel degelijk van toepassing op mijn situatie. […] Ik moest en zou poëzie schrijven. Alleen gedichten konden mijn leven glans en diepgang geven…
Aldus de dichter in zijn voorwoord. 



Van der Veeke schrijft anekdotische poëzie rond thema’s als ouders en kinderen, kunst en religie, reizen en natuur, ouderdom en dood en natuurlijk de liefde – inmiddels, zoals in Dialectiek van de liefde, de liefde van ouderen:

Jij houdt een slag om de arm
Ik offer onwillig een been

Jij poetst je nieren voor het slapengaan
Ik pers mijn haperend hart uit

Jij plet een insect in een glas water
Ik laat soms een uitgebrand wrak zin ken

Jij rent Griekse goden achterna
Ik vlucht naar een historisch uniform

Jij draagt de toekomst in je handtasje
Ik zoek mijn verwaarloosde voorouders op

Jij buigt en maakt een zuivere radslag
Ik buig en verdwijn in een salto mortale

 

Archief 2018