Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 18 - Judith Herzberg: Toegift

maandag 07 mei 2018

Natuurlijk haal je liever iemand uit het water
die nog te redden is. Maar stel dat hij nog leefde
wat hadden we dan voor hem kunnen doen. Hem vragen
waar zijn wanhoop op berustte, hem zijn geliefde
weer terugbezorgen, of zijn werk, of zelfvertrouwen?

Nu kunnen we een heel klein beetje rouwen
niet eens om hem, omdat we hem niet kennen,
maar uit een vaag gevoel van menselijk fatsoen.

De bijna-liefde, bijna aandacht die hij straks nog
meekrijgt in zijn kist was misschien nét dat
kleine beetje dat hem had kunnen redden,
dat hij bij leven heeft gemist.

2013


Laatste bijdrage over Judith Herzberg ter gelegenheid van de toekenning aan haar van de Prijs der Nederlandse letteren. 
Na Het vrolijkt verschenen nog Klaagliedjes (gedichten naar de Bijbelse Klaagliederen van Jeremia, 2011), Liever brieven (2013), 111 Hopla’s (een met nieuw werk aangevulde keuze uit haar kortste gedichten, 2014) en Er was er eens en er was er eens niet (2017). Over die laatste bundel schreef ik al eerder (zie hier). 







Bovenstaand gedicht komt uit Liever brieven en is net als het gedicht van gisteren geschreven voor De eenzame uitvaart (19 januari 2012). 

Alle poëzie is genoemd, behalve enkele bibliofiele uitgaven: De val van Icarus (Sub Signo Libelle, 1983), Twintig gedichten (Atalanta Pers, 1984) en Landschap (Herik, 1998).







 
Trouw wijdde een van de tien bundels in de serie Poëziecollectie (2013) aan haar werk. De Harmonie gaf een metalen doosje uit met regels die de lezer kunnen aanzetten tot gedichten (Weet je wat ik ook nooit weet, 2003)


Ook verschenen twee cd’s waarop zij haar eigen werk voorleest (Het vertelde, 1997, en Zijtak, uit 2007). Daarnaast schreef zij een boekje over een poëzieworkshop die zij gaf (Het maken van gedichten en het praten daarover, 1977).




Plint gaf een mapje met gedichten uit in de reeks 10 mooiste van… (2002). O ja, en Plint wil je ook laten slapen op haar poëzie, want Het volle leven staat op een kussensloop:






Tot slot zijn er natuurlijk nog haar boeken met teksten voor toneel en film en sinds vorig jaar haar brieven aan collega-dichter Chr. J. van Geel (zie hier en hier).

 

Archief 2018