Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 14 - Willem van Toorn: Buurvrouw...

donderdag 12 april 2018

 

Buurvrouw De Louwere heeft alles klaar
voor de drie jongens op bezoek in het huis boven
de schoenmakerij. Misschien wel lang, heeft W’s vader
zorgelijk gezegd. Daar kan zij alles over

vertellen, zegt haar Brabants moedergezicht. Potloden
dus, papier, legpuzzels, een veel te grote schaar,
voor elk een boek en limonade voor de dorst.
Ze weten vaag dat ook dit nieuwe broertje

straks weer uit moeder komen moet, maar hoe
heeft de vader er niet bij verteld. Vindt ze dat leuk
nog weer een kind erbij, terwijl ze vaak
zo klein en moe lijkt van het eeuwige werk

in huis en winkel? Het lijkt van wel, ze lacht
veel en zegt het wordt zeker weer een jongen,
zo beweeglijk en sterk, hij wil er nu al uit.
De bel. Buurvrouw moet naar de winkel. Het ruikt

naar leer en lijm hier, dwars door de vloer heen
hoor je de hamer het leer om de leest slaan. En dan
is ze ineens weer terug met de vader, lachend

als een jongen staat hij in de kamer, een witte bundel
in zijn armen, een klein gezichtje met wijd open blauwe
ogen, hij roept jonges kiek noe toch, het is een mèske.

2018


Na gisteren en de vijf dagen daarvoor vandaag de laatste bijdrage uit De jongenskamer, die prachtige gedichtenbundel van Willem van Toorn.

Archief 2018