Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 51 - Toon Tellegen: Een dichter

maandag 19 december 2016

Ik ken een dichter, hij is geen dichter,
hij is een echte dichter

ze gaven hem een gedicht en zeiden:
'schrijf dit'

hij las het gedicht en sloeg er gaten in,
hij had een moker, woorden tuimelden om hem heen

het was een lang en breedvoerig gedicht over de ware aard van de werkelijkheid,
hij vermorzelde de witte alledaagsheid daarvan,
blies het stof van zijn handen

hij rustte niet en werkte de hele dag
en het gedicht werd pijnlijk en veelzeggend,
de zon scheen er dwars doorheen

het is een sterke dichter

laat in de avond was het af en wensten ze hem geluk,
'u hebt een echt gedicht geschreven,' zeiden ze, 'u hebt schoonheid
blootgelegd, nu spreekt het voor zichzelf'

de dichter die geen dichter is, maar een echte dichter,
waste zijn handen en at een bord penne arrabbiata,
dronk rode wijn en zweeg

schoonheid is een zenuw,
de werkelijkheid een schort van vet

ze kwamen met nieuwe gedichten, drongen om hem heen,
'schrijf deze,' riepen ze, 'en deze en deze!'
ze gaven hem hamers en houwelen

ik ken een dicher, een echte dichter,
ik houd van hem.

2014 


Zoals je op de koffie gaat bij iemand die je meer beschouwt als kennis dan als vriend... 's Morgens denk je nog: nee, ik zeg af en blijf lekker thuis; maar... 's avonds ga je toch. Sterker nog: aan het einde van de avond is hij het die zegt: "Als je het niet erg vindt... Morgen moet ik vroeg op..."
Zo'n kennis in plaats van vriend ben ik met de poëzie van Toon Tellegen (1941), arts, kinderboekenschrijver en nog veel meer, waaronder dichter dus.


Het is het belerende - een woordspeling ligt voor de hand: Toontje Tellegen - dat mij niet bevalt en tezelfdertijd zie ik uit naar elke bundel die van zijn hand verschijnt. De werkelijkheid heet deze; in mijn boekenkast staan er tientallen meer. 

Archief 2016