Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 50 - Antjie Krog: Mama komt laat thuis

zaterdag 17 december 2016

dat ik naar jullie terugkom
moe en zonder herinnering
dat de keukendeur open is ik

binnen schuifel met tassen vol haastige cadeaus
door de gangen sluip rond mijn gezin
met zijn verdrietige dromen ruiten bezoedeld

met hun verlaten taal in het harde
badkamerlicht poets ik mijn tanden
druk een pilletje op mijn tong: do.

dat ik langsloop waar mijn dochter slaapt
haar lakens netjes gevouwen onder haar kin
op de kaptafel zijderupsen steigerend in gouden tomen

dat ik in staat ben langs mijn zoons te lopen
als vuisten fronsend tegen kussens aangedrukt
hun onrustige ondertonen kneuzend door de kamer

dat ik een nachthemd uit de la scharrel
inglip in de donkere schreef achter jouw rug
dat de warmte naar mij overvloeit

maakt mij dichter noch mens
in de hinderlaag van adem
sneuvel ik tot vrouw

1989


Mama sal laat wees is de oorspronkelijke titel van dit (door Robert Dorsman) vertaalde gedicht van de Zuid-Afrikaanse schrijfster Antjie Krog (1952). Al zolang ik het ken, intrigeert het me.

Misschien staat er niet meer dan er stáát, om met Martinus Nijhoff te spreken. De moeder komt, zoals de titel leert, laat thuis van een dag hard werken en nog snel even cadeautjes kopen voor haar inmiddels slapende kinderen en man. Ja, misschien staat er niet meer dan dat. Maar toch...

da ek na julle toe terugkom is de eerste regel. Wie terugkomt, is dus weggeweest. moeg en sonder herinnering. Wie niet herinnert, heeft gekozen te vergeten. Maar wat? my gesin se verdrietige drome? Ik denk dat mama haar gezin heeft verlaten en zich nu terugdicht naar haar dochter en haar zonen. De laatsten hebben het meest geleden onder de scheiding, want dat ek my seuns verby kan kom, staat er in het Zuid-Afrikaans en die ambiguïteit komt veel harder aan dat wat er in de vertaling staat. Zonen die slapen fronsend teen kussings aangevuis en met hul onrustige ondertone. Natuurlijk rekent zij zich dat aan. En zij pakt een nachthemd voordat zij in het bed stapt waar hij slaapt, haar man, haar ex-man? En dan komt die zevende en laatste terzine...
Wij, lezers, liepen met haar mee door het huis waar zij laat arriveerde. Waar zij haar tanden poetste, een slaappil slikte, haar kinderen zag slapen en... zijn warmte voelt en ervoor smelt. 

dat ek 'n naghemp vroetel uit die laai
inglip n die donker skreef agter kou rug
dat die warmte na my oorvloei

nog digter nog mens  
in die hinderlaag van asem
sneuvel ek tot vrou

nog digter nog mens. Weg is de dichter die de mooie woorden kiest; weg is de mens die verstandige beslissingen neemt. Terug is de vrouw die verlangt vrouw te zijn en geen weerstand biedt, geen weerstand heeft. Zij wenst het zich toe
dat ik naar jullie terugkom. Maar daarmee zijn wij terug in het gedicht en tezelfdertijd in de reële tijd, de realiteit.

Misschien staat dit er allemaal niet en staat er niet meer dan er stáát. De moeder voelt zich schuldig omdat zij haar kinderen weer niet heeft ondergestopt en opnieuw geen kans zag hun voor te lezen. Dan vergis ik mij. Hineininterpretieren, het grote gevaar bij
close reading, leerde ik toen in Nederlands studeerde. Aan de hand van dat voorbeeld van die mannen die niet voor het vuurpeloton stonden, zoals de vakgroep na weken van onderzoek had vastgesteld, maar uit de kroeg kwamen en tegen de kerkmuur pisten. Ik dwaal af. Stof voor een andere keer.   




 

Archief 2016