Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 14 - Alexis de Roode: Documentaire

zondag 02 april 2017

Nina is zeven en zorgt voor haar moeder
en haar broertje van twee.
Ze hebben allemaal dezelfde ziekte.
Ze heeft de stem van een engel.
Ze is zacht en helder.

Soms heb ik honger. Soms ben ik ziek.
Ik ben bang dat ik doodga.
Dan is er niemand meer
die kan zorgen voor mijn moeder
en mijn broertje.

Nina bestaat echt. Ze is zeven
en niemand helpt haar.
Als ik morgen naar Schiphol ga
kan ik haar binnen een week vinden.

Maar ik moet morgen naar mijn werk
om de wereld te verbeteren
met meer transparantie in de voedselketen.
Ik ben geen heilige
en niemand verlangt zoiets van mij

2017


Vandaag wilde ik een gedicht van Alexis de Roode (1970) kiezen dat ik uiteindelijk toch niet koos. Niet omdat ik een ander vers prefereerde, maar omdat het andere nog moet rijpen in mijn hoofd.

Van Alex de Roode verscheen in maart zijn vierde bundel, getiteld Een steen openvouwen. Daaruit is bovenstaand gedicht afkomstig. De dichter ziet een documentaire waarin een meisje - Nina is zeven - vertelt over de zorg die zij heeft voor haar moeder en haar broertje van twee. Moeder en broertje; dat zijn er 'slechts' twee. Maar bij Nina hebben ze allemaal dezelfde ziekte. Mooi gevonden: niet beiden, maar allemaal. Zo groot is het voor haar; zo verantwoordelijk voelt zij zich.

In de tweede strofe is Nina zelf aan het woord en krijgt die verantwoordelijkheid nog meer betekenis:
Soms heb ik honger. Soms ben ik ziek. Ik ben bang dat ik doodga... Nee, niet bang voor zichzelf: Dan is er niemand meer die kan zorgen voor mijn moeder en mijn broertje...

Daarna gaat het perspectief terug naar de ik-persoon. Hij zou haar willen helpen, maar dat kan niet, want
ik moet morgen naar mijn werk om de wereld te verbeteren. Waarmee? Met meer transparantie in de voedselketen

De Roode is, behalve dichter, auteur van vele publicaties over duurzame landbouw en voeding. Precies waar de schoen wringt voor Nina en zoveel anderen...  Ja, hij schrijft erover. Meer niet, want niemand verlangt zoiets van mij.

Morgen blijf ik bij De Roode. Vanwege dat gedicht dat nog moest rijpen in mijn hoofd... 

Archief 2017