Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 19 - Atte Jongstra: Ome Kees

dinsdag 15 mei 2018

Je was oprecht en eerlijk, hartelijk, betrouwbaar,
harde werker ook, maar koppig, Ome Kees.
Geboren onder ‘t teken van de eerlijkheid
kon je ’t goed met anderen vinden, de
mensen voelden zich gemakkelijk bij jou.
Je was dol op lekker eten, drinken, op
gezelligheid, hield van buitenleven en zocht
genot, soms ook in boeken. Goedgelovig was je,
lamme goedzak, onbekend met wrok, om ruzies
liep je heen en God, hoe breed ’t terrein waar je
jezelf bewegen kon! Handel, medicijnen, recht,
een praktische natuur daarbij, met handjes voor
elk ambacht. Geluk met geld, aimabel, zo goed
met iedereen en mij

dat ik danste om de tafel toen mijn moeder
van je dood vertelde, je kon zo vastberaden
zijn, vol energie om mij plezier te schenken.
Je had het erg op kinderen en beschermde me
zoals je was: integer, hartelijk, knorrend geil.
Het varken dat je was wist je zelf goed af
te schermen, mij openbaarde je geheimenissen
die steeds weer in mijn jongensbroek belandden.

Het was in mijn belang geweest als men varkens
zoals jij eens beter onderscheiden kon.

2018


Atte Jongstra (1956) schreef verhalen, romans, essays, kritieken (voor NRC-Handelsblad) en gedichten – het laatste genre als Arno Breekveld. Nu is er een nieuwe gedichtenbundel, zijn vierde, maar de eerste onder zijn eigen naam. 



Het bovenstaande gedicht is niet karakteristiek voor die bundel, want geen enkel gedicht is dat. De achterkant spreekt van een dampende, broeiende, onweerstaanbare melange en dat is Furunkel inderdaad. Ongeremde erotiek, venijnig engagement en alles daartussenin. Waarom dan toch voor dit gedicht gekozen? Het deed mij onmiddellijk denken aan een theaterscène waarover ik eerder in mijn logboek schreef (lees hier). In Schoft van Kommil Foo zit een zeer ingenieus opgebouwde sketch waarin de oom transformeert van de ontwapenende leukste thuis tot de meest verachtelijke ploert. Bij Jongstra blijkt Ome Kees al net zo’n varken.

Archief 2018