Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 7 - Wislawa Szymborska: De terrorist - kijkt

maandag 13 februari 2017

De bom in het café zal om dertien uur twintig ontploffen.
Nu is het pas dertien uur zestien.
Er kunnen nog een paar mensen naar binnen,
een paar naar buiten.

De terrorist is de straat al overgestoken.
De afstand behoedt hem voor elk kwaad
en nu ziet hij alles als in de bioscoop:

Een vrouw in een geel jack - gaat naar binnen.
Een man met een donkere bril - komt naar buiten.
Twee jongens in spijkerbroek - staan te praten.
Dertien uur zeventien en vier seconden.
De kleine heeft geluk - hij stapt op zijn scooter,
maar de grote - gaat naar binnen.

Dertien uur zeventien en veertig seconden.
Er komt een meisje - ze heeft een groen lint in haar haar.
Maar nu belemmert een bus het uitzicht opeens.
Dertien uur achttien.
Het meisje is verdwenen.
Of ze zo dom is geweest om naar binnen te gaan of niet,
zullen we zien als het uitdragen begint.

Dertien uur negentien.
Om de een of andere reden gaat nu niemand naar binnen.
Er komt wel een kale, dikke man naar buiten.
Maar het lijkt alsof hij iets in zijn zakken zoekt en
tien seconden voor dertien uur twintig
gaat hij voor twee rottige handschoentjes terug.

Het is dertien uur twintig.
De tijd - wat gaat hij toch langzaam.
Nu is het vast zo ver.
Nog niet.

Nu dan.
De bom - ontploft.

1976


Drie mannen in een drukke straat in een grote stad. De ene maakt zich van hen los en loopt, midden op de populairste koopjesdag, een winkelcentrum in. Een minuut later volgt een explosie. De tweede kijkt verbijsterd om; de derde loopt tevreden weg.

Toen Wislawa Szymborska dit gedicht (vertaald door Gerard Rasch) publiceerde, ging het zoals zij beschrijft bij aanslagen die als doel hebben zoveel mogelijk slachtoffers te maken. Inmiddels geldt niet meer: die afstand behoedt hem voor elk kwaad. De terrorist van nu is een zelfmoordenaar. Die zoekt juist de nabijheid voor het stichten van zoveel mogelijk kwaad.

Maar er zijn altijd nog tweeden, die zich na de shock realiseren hoeveel geluk ze hebben gehad. Want één minuut eerder waren ze nog op de plaats waar de ramp zich voltrok...
En er zijn altijd nog derden, die zich in de handen wrijven en uit de voeten maken. Operatie geslaagd! Op naar de volgende terreurdaad. Misschien is de derde dan wel de eerste...

 


 

Szymborska in de collectie van Frank Verhallen

Archief 2017